Nog zeven weken en hij/zij is er. Tijd om aan de nieuweling zijn kamer te beginnen.
Overdag
's Nachts
vrijdag 28 december 2007
woensdag 26 december 2007
Ruigste buurt ter wereld: Vaticaan
Het zal u verbazen, maar de staatsleider die het meeste problemen kent met ordehandhaving op zijn grondgebied, is paus Benedictus XVI. In Vaticaanstad vonden in het jaar 2006, 827 geregistreerde misdaden plaats. Dat komt, met een bevolking van 492 inwoners, neer op meer dan 1,5 gevallen per inwoner. Ter vergelijking, dat is meer dan 20 keer de coëfficiënt in buurland Italië.
Nochtans beschikt het Vaticaan over een veiligheidsdienst waar zelfs een militaristische staat van achterover zou vallen. Er is één Zwitserse Wacht voor elke vier inwoners. Daarenboven zijn er nog museumbewakers en is er de politie die het Vaticaan van Italië krijgt.
Het grootste deel van de misdrijven gaat om pick-pockets en handtassendieven. Niet door rooflustige priesters of kleptomane nonnen, maar door een deel van de 18 miljoen bezoekers die de staat elk jaar over haar grondgebied krijgt.
Slechts tien procent van deze misdaden wordt bestraft. Niet uit Christelijke vergevingsgezindheid, maar omdat ontsnappen naar Italië mits een korte looppas wel erg eenvoudig is. Zelfs wanneer alle dieven gevat zouden worden, zou het Vaticaan er geen plaats voor hebben. De staat beschikt niet over een gevangenissysteem. Gevangenen worden naar Italië overgebracht waar ze hun tijd uitzitten op kosten van het Vaticaan. Enig lichtpuntje: in april 2005 trok Johannes Paulus II enkele weken uit om het tijdelijke voor het eeuwige te ruilen. Ongeveer zes miljoen mensen kwamen dit spektakel bewonderen. Toch werd er geen enkele misdaad gemeld. De huidige paus weet dus wat hem te doen staat.
Nochtans beschikt het Vaticaan over een veiligheidsdienst waar zelfs een militaristische staat van achterover zou vallen. Er is één Zwitserse Wacht voor elke vier inwoners. Daarenboven zijn er nog museumbewakers en is er de politie die het Vaticaan van Italië krijgt.
Het grootste deel van de misdrijven gaat om pick-pockets en handtassendieven. Niet door rooflustige priesters of kleptomane nonnen, maar door een deel van de 18 miljoen bezoekers die de staat elk jaar over haar grondgebied krijgt.
Slechts tien procent van deze misdaden wordt bestraft. Niet uit Christelijke vergevingsgezindheid, maar omdat ontsnappen naar Italië mits een korte looppas wel erg eenvoudig is. Zelfs wanneer alle dieven gevat zouden worden, zou het Vaticaan er geen plaats voor hebben. De staat beschikt niet over een gevangenissysteem. Gevangenen worden naar Italië overgebracht waar ze hun tijd uitzitten op kosten van het Vaticaan. Enig lichtpuntje: in april 2005 trok Johannes Paulus II enkele weken uit om het tijdelijke voor het eeuwige te ruilen. Ongeveer zes miljoen mensen kwamen dit spektakel bewonderen. Toch werd er geen enkele misdaad gemeld. De huidige paus weet dus wat hem te doen staat.
Kerst
Aaah, de kerstperiode! Een tijd van gezeligheid. Lekker knus bij de familie. En ook onze noorderburen vieren het feest. Op SBS6 volgt een cameraploeg de Rotterdamse wijk Zestienhoven.
Overleden in 2007: Evel Knievel
“Als je nooit pijn hebt gekend, is het slecht met je gesteld”
Evel Knievel liet zijn grafsteen al 33 jaar geleden maken. De wereldberoemde durfal vond spektakel belangrijker dan veiligheid en wou voorbereid zijn wanneer er iets fout liep. Het is een mirakel dat hij nooit tijdens één van zijn stunts om het leven kwam, maar uiteindelijk op 69-jarige leeftijd door een longziekte geveld werd.
Evel Knievel stond tientallen keren in het Guinness Book of World Records. Niet verwonderlijk voor een man die op zijn motor door vuurzeeën reed, boven slangen en leeuwen vloog en over veertien autobussen sprong. Vandaag heeft de Amerikaan nog één vermelding in het boek met wereldrecords. Nooit heeft iemand meer botten gebroken dan Knievel. Maar liefst 430 fracturen liep hij tijdens zijn carrière op. Tientallen keren ging hij onder het mes en probeerden chirurgen hem met pinnen en platen opnieuw in paraatheid te brengen. De vele bloedtransfusies die daarmee gepaard gingen, leverden hem uiteindelijk hepatitis C op. Hij onderging in 1999 een levensreddende levertransplantatie, maar werd even later gediagnosticeerd met suikerziekte en een ongeneesbare longaandoening. Die kon hij dit jaar niet meer de baas.
Evil Knievel
Butte, een klein onderontwikkeld stadje in de staat Montana was de heimat van Robert Craig Knievel. Zijn ouders gingen uiteen toen hij nog klein was en dus werd hij samen met zijn broer door de grootouders opgevoed. Toen hij acht jaar was, ging hij met opa naar een show met autostunts kijken. Knievel was daar zo van onder de indruk dat het zijn hele verdere leven bepaald heeft. Niet veel later sprong hij voor wat geld van vriendjes over vuurtjes.
Op school wilde het niet echt lukken en op zijn zestiende, begon Knievel te werken in de kopermijnen. Hij bediende er eerst een soort boor maar werd letterlijk omhoog gepromoveerd en moest met een zware graafmachine rijden. Toen hij met dat gevaarte een wheelie maakte, belandde hij tegen een grote elektriciteitsleiding. Daardoor zat de hele stad een halve dag zonder stroom en Knievel zonder werk.
Over wat er daarna gebeurde doen veel wilde verhalen de ronde. Knievel zou tal van hold-ups gepleegd hebben. Hij zou verzekeringen aan mentaal gestoorden verkocht hebben. Hij zou zich met behulp van dynamiet toegang verschaft hebben tot de kluis van het gerechtsgebouw Hij zou het Tjechoslowaakse Olympische hockeyteam naar Butte gehaald hebben en er daarna met hun geld vandoor gegaan zijn. Wat er ook van zijn, Knievel kwam in die tijd veel in contact met de arm der wet. Zijn regelmatige aanwezigheid in de gevangenis leverde hem de bijnaam Evil Knievel op.
100 ratelslangen
In 1959 trouwde hij met zijn jeugdliefde Linda Bork. Een jaar later kreeg het koppel een eerste zoon, Kelly. Knievel besefte dat hij op een legale manier geld moest gaan verdienen en startte een jachtbureau. Met de kennis die hij van zijn grootvader had meegekregen, bracht hij minder ervaren jagers tot bij groot wild. De zaken gingen goed tot enkele boswachters opmerkten dat Knievel zijn gasten steevast meenam naar een beschermd wildreservaat. Knievel moest zijn zaak onmiddellijk sluiten.
Ondertussen had hij zich op het motorcrossen toegelegd. Daar verdiende hij niet genoeg geld mee om zijn familie te onderhouden. Uiteindelijk opende hij een motorwinkel voor Honda. Iedereen die hem bij het armworstelen kon aftroeven kreeg er 80 euro korting. Ondanks veel van dit soort acties ging de winkel over de kop. Knievel werd verkoper in een andere motorwinkel, maar verdiende daar erg weinig mee. Daarom besloot hij ter promotie van die motorwinkel zijn eerste stunt uit te voeren.
Voor die stunt deed hij alles zelf. Hij verkocht de tickets, stelde de ramps op, plakte affiches, huurde de zaal en presenteerde de show. Hij zou over twee bergleeuwen en een kist met 100 levende ratelslangen springen. Dat over een afstand van iets meer dan zes meter. Knievel entertainde het publiek eerst met wat motorkunstjes. Daarna nam hij een lange aanloop en vloog met de motor net over de slangen. Aan de reacties van het publiek en het succes van zijn evenement merkte Knievel dat hij iets speciaals ontdekt had. Dat zijn achterwiel bijna in de bak met slangen was blijven steken mocht de pret niet drukken.
Daredevils
Om publiek te blijven trekken, richtte Knievel een bende van motorrijders op. Omdat hij besefte dat ze ook stuntcoördinatoren en veiligheidsmensen zouden nodig hebben, ging hij op zoek naar een sponsor. Een verdeler van motoren wilde hem sponsoren op voorwaarde dat hij de naam van zijn motorbende veranderde van Bobby naar Evil Knievel and His Motorcycle Daredevils. Knievel stemde toe maar bracht een kleine wijziging aan om niet als Hell’s Angel versleten te worden, Evel Knievel was geboren. De eerste twee uur durende show was een overweldigend succes. Knievel reed er door een indrukwekkende vuurzee en liet zich op zijn motor door twee racewagens voorttrekken tot een snelheid van 300 km/h. Voor de tweede show had de stuntman iets nieuws voorzien. Één van zijn collega’s zou in volle vaart op hem komen afgereden. Hij zou dan met zijn benen omhoog over de motorrijder springen. De stunt liep pijnlijk mis. De motorrijder raakte Knievel in het kruis en katapulteerde hem een paar meter verder. Een maand in het ziekenhuis zette hem aan het denken. Voortaan zou hij solo aan het werk gaan. Het eerste wat hij deed nadat men hem uit het ziekenhuis ontsloeg, was terugkeren naar de plaats waar zijn laatste stunt gefaald was. Hij deed er de stunt netjes over. Het zou tekenend zijn voor zijn verdere carrière. Knievel was gedreven door eer en roem. Hij wilde niet langer alleen zijn gezin onderhouden. Hij wilde een legende worden. Bang was hij niet: “Als je nooit pijn hebt gekend, is het slecht met je gesteld,” was zijn credo.
43 meter lange crash
Hij besloot met de motor over wagens te springen. Eerst twee, dan drie, en zo steeds meer en meer. Hij trok rond en telkens hij op dezelfde plek kwam, sprong hij over een extra auto. Zijn eerste limiet kwam hij tegen toen hij over twaalf wagens en een bestelwagen wou springen. Hij bleef met een wiel haperen achter de bestelwagen en kwam met verschillende breuken in het ziekenhuis terecht. De crash zorgde voor heel wat media-aandacht en voor nog meer publiek.
Op oudejaarsavond 1967 leerde heel Amerika Knievel kennen. Die dag zou hij met zijn motor over de fonteinen van het beroemde hotel en casino Ceasar’s Palace in Las Vegas springen. Hij zou daarvoor het fictieve Evel Knievel Enterprises hebben opgericht en drie valse advocaten naar de eigenaar van het hotel hebben laten bellen. De waaghals kreeg toestemming en belde elk televisiestation af om beelden te komen schieten. Omdat niemand wou, huurde hij zelf een cameraman in.
Knievel maakte zich klaar in het hotel. Hij sloeg een glas whisky achterover en stapte vergezeld door twee showgirls naar de moto. Na een opwarmingsronde nam hij een serieuze aanloop. Bij het vertrek van de 43 meter verre sprong, schakelde de motor vanzelf terug. Daardoor had Knievel niet genoeg snelheid en kwam hij neer op de noodramp die achter het fontein stond opgesteld. Daar verloor hij de controle over het stuur en smakte tegen het asfalt. De motor vloog verder, knalde tegen een muur en schoot in brand. Knievel verbrijzelde zijn bekken en bovenbenen, brak zijn heup, polsen en enkels en geraakte in een coma. Toen hij daar 29 dagen later uit ontwaakte, was hij wereldberoemd en schatrijk. De beelden die zijn cameraman gemaakt had, werden voor veel geld verkocht en waren overal te zien. Zijn ziekenhuisbed werd door journalisten van krant, radio en televisie platgelopen. De komende jaren zou hij aan publiek geen gebrek hebben, plaaster daarentegen…
De dokters waren minder opgezet met de stunt en vertelden hem dat hij nooit meer zonder krukken zou kunnen lopen. Knievel liet het niet aan zijn hart komen. Amper vijf maanden na zijn ernstige crash, sprong hij over vijftien Mustangs. Ook dit keer mislukte de stunt en vloog hij in het ziekenhuis. Succesrijke periodes met veel spectaculaire en gewaagde stunts werden vaak onderbroken door een paar weken of maanden revalidatie. Die ging vaak gepaard met veel pijnstillers en alcohol.
Het merk Knievel
Het commerciële brein in Knievel zag dat er meer te verdienen viel dan toegangsticketjes. Hij sloot overeenkomsten met motormerken en rijfde daar heel wat geld mee binnen. Televisiezender ABC zond heel wat van zijn jumps uit. Midden jaren zeventig creëerde een speelgoedfabrikant zelfs de Knievel action figure. Die had een heel aantal accessoires, van cape over motor tot vrouwelijke compagnon. Het zou Knievel twee miljoen euro opleveren. De selfmade stuntman werd een held bij het jonge volkje, met talloze ongelukkige imitaties tot gevolg.
Bij een nieuwe recordsprong over 19 wagens, verkocht Knievel meer dan 100.000 tickets. Om de aandacht van de media vast te houden, besloot de mafkees over de Grand Canyon te springen. De overheid wou daar niet van weten en Knievel dacht aan andere stunts. Hij wou over de Mississippi springen of van één wolkenkrabber op een andere.
Sky Cycle
Het werd uiteindelijk een sprong over de Snake River Canyon. Een valei van 166 meter diep en 400 meter breed. Iedereen verklaarde hem gek maar hij antwoordde: “Een Romeinse generaal ten tijde van Caesar had hetzelfde motto als ik. Als het mogelijk is, is het al gedaan. Als het onmogelijk is, zal het gedaan worden.” Knievel kocht 300 hectare grond in de valei en kon dus springen op privéterrein. Hij vroeg een voormalig NASA ingenieur om een racket met een jetmotor te ontwerpen. Die kreeg de naam Sky Cycle.
Omdat ABC de dure televisierechten voor de sprong niet wou betalen. Ging Knievel met een kleinere firma in zee, die de sprong in de bioscopen zou brengen. Zij zorgden voor beelden en promotie. Één van de afspraken was ook dat er een boek over de hele voorbereiding zou geschreven worden.
De eerste twee tests met de prototypes van de Sky Cycle waren weinig hoopgevend. De eerste kwam in het midden van de rivier terecht en de andere schoot een jaar later zo ver weg dat niet alle onderdelen werden teruggevonden. Maar het publiek en vooral Knievel waren het wachten beu. Dus besloot de waaghals er toch voor te gaan.
Knievel werd met een helikopter tot aan de startramp gebracht. Twee mannen plaatsen hem in de Sky Cycle. Dan was het aftellen geblazen. Nauwelijks drie seconden nadat de raket vertrokken was, opende de landingsparachute zich al. Knievel haalde de overkant van de koof, maar werd door de wind teruggeblazen. Hij landde op twee meter van de rivier en overleefde de poging. Als hij twee meter verder geland was, was hij zeker verdronken. Er was in de Sky Cycle niets voorzien waarmee Knievel zich uit het voertuig kon redden. Kwatongen beweerden dat hij bang geworden was en de parachute met opzet geopend had.
Drank, drugs en pillen
Bij een poging om in het Wembley stadion voor de ogen van 90.000 toeschouwers over dertien bussen te springen, kwakt Knievel tegen de dertiende bus. Hij houdt er een hersenschudding en gebroken bekken aan over. “Mijn grootmoeder heeft me altijd geleerd de laatste bus te pakken,” grapte hij van op zijn brancard. Even later kondigde hij de toeschouwers zijn pensioen aan.
Nauwelijks vijf maand later maakte hij zijn herintrede. “Het is niet omdat je valt dat je leven gefaald is,” zei hij, “zolang je opnieuw recht staat ben je een held.” Even later sprong hij in Ohio over 14 bussen. Het werd de verste sprong die hij ooit maakte zonder blessure, 41 meter ver. Maar zijn succes was tanend. De film Viva Knievel die Warner Brothers maakte was een gigantische flop. Toen bij alweer een mislukte sprong een cameraman gewond raakte, keerden heel wat mensen zich van hem af.
Zijn laatste greintje populariteit speelde hij kwijt toen het lang verwachte boek Evel Knievel on Tour uitkwam. In dat boek werd van de stuntman een weinig rooskleurig portret geschilderd. Knievel werd geportretteerd als een immoreel man, die vrouw en kinderen misbruikte. Hij zou ook een drank-, drugs- en pillenverslaving hebben. Een paar weken na de publicatie trok Knievel met twee handlangers naar het kantoor van auteur Shelly Saltman. Ze namen de schrijver mee naar de parking. Knievel die twee gebroken armen had, bewerkte Saltman met een aluminium baseballbat. Die beschermde zich met zijn arm. Waardoor die compleet verbrijzeld werd. Die arm redde volgens de dokters zijn leven. De moeder van Saltman zag het nieuws op televisie en kreeg een hartaanval. Knievel vloog voor zes maanden in de cel. Hij moest ook een schadevergoeding betalen van 9 miljoen euro.
Superman
Toen hij uit de gevangenis werd ontslagen, was Knievel bankroet. Hij was de overheid nog meer dan twee miljoen euro belastingen schuldig. Zijn vrouw liet hem in de steek. Knievel werd nog een aantal keer opgepakt onder andere voor verboden wapenbezit en roekeloos rijden. Hij trok rond in een camper om de schuldeisers van zich weg te houden. Hij geraakte verbitterd: “Een held zijn in Amerika is het kortste beroep dat je kan uitoefenen. Het enige wat ik nu nog ben is littekenweefsel en stalen platen.”
Eind jaren 90 verwierf Knievel een cultstatus en verdiende hij nog wat geld met reclame. Moderne stuntrijders brachten hem hulde. De meeste van Knievels stunts werden fijntjes overgedaan, maar met veel verfijndere motoren. Ondertussen ging zijn gezondheid er snel op achteruit.
Voor velen was hij een voorbeeld van The American Dream. De working class boy, die criminaliteit links liet liggen en het echt maakte. Wanneer Billy Rundle, een goede vriend, op de hoogte gebracht werd van zijn overleden, reageerde hij verbaasd. “Ik wist dat hij er heel slecht aan toe was. Maar je verwacht het niet. Superman sterft niet, zie je.”
maandag 24 december 2007
vrijdag 21 december 2007
Lokale berichtgeving
SINT-STEVENS-WOLUWE - De plaatselijke bibliotheek van Sint-Stevens-Woluwe zal binnenkort de deuren moeten sluiten. Die beslissing werd afgelopen maandag op de gemeenteraad genomen. Het gemeentebestuur geeft het dalend aantal ontleningen als voornaamste reden voor deze maatregel. In 2002 werden er 8.164 boeken ontleend en in 2006 6.755, dat betekent een daling van 15%. Dat terwijl in deelgemeente Sterrebeek 25.200 werken werden ontleend en in de hoofdbibliotheek in Zaventem bijna 100.000 exemplaren. De gemeenteraad vindt kosten voor verwarming en personeel te hoog om de bibliotheek open te houden.
Misschien wil de gemeente besparen op het vlak van cultuur? Beetje vreemd dat voor ‘artistieke en bijzondere culturele activiteiten’ al een aantal jaar op rij meer geld vrijgemaakt wordt. Geld dat voor een groot deel gaat naar de idiote musical die nu al twee jaar in samenwerking met de gemeente opgevoerd wordt. In 2006 was er in de begroting 23.000 euro voor vrijgemaakt. –u leest het goed- In 2007 werd dat bedrag meer dan verdubbeld, tot 87.000 euro en voor 2008 is er zomaar even 135.000 euro voorzien.
De echte reden om de bibliotheek te sluiten moet niet ver –geografisch dan- gezocht worden. Het oude schoolgebouw is dringend aan grondige renovatie toe. Als de bibliotheek zijn deuren sluit kan het gebouw tijdelijk dienst doen als school.
Misschien wil de gemeente besparen op het vlak van cultuur? Beetje vreemd dat voor ‘artistieke en bijzondere culturele activiteiten’ al een aantal jaar op rij meer geld vrijgemaakt wordt. Geld dat voor een groot deel gaat naar de idiote musical die nu al twee jaar in samenwerking met de gemeente opgevoerd wordt. In 2006 was er in de begroting 23.000 euro voor vrijgemaakt. –u leest het goed- In 2007 werd dat bedrag meer dan verdubbeld, tot 87.000 euro en voor 2008 is er zomaar even 135.000 euro voorzien.
De echte reden om de bibliotheek te sluiten moet niet ver –geografisch dan- gezocht worden. Het oude schoolgebouw is dringend aan grondige renovatie toe. Als de bibliotheek zijn deuren sluit kan het gebouw tijdelijk dienst doen als school.
Long time no see
Ze was een beetje molliger geworden, maar dat was hij ook, dus besloot hij er diplomatisch over te zwijgen. Hij had haar al meer dan acht jaar niet gezien. Toch herkende hij haar stem meteen toen ze achter zijn rug zijn naam riep. Het korte gesprek dat daarna volgde, maakte al snel duidelijk dat ze elkaar niet zoveel meer te vertellen hadden. “En heb jij al een vriendin,” vroeg ze schoorvoetend. “Ja, al zes jaar, “ antwoordde hij, “in de grote vakantie gaan we zelfs trouwen.” Ze gaapte hem een paar seconden aan tot ze zich dat zelf realiseerde. “En jij,” vroeg hij. “Ik ben nog alleen.” Stilte. “Alleen en gelukkig,” voegde ze er gniffelend aan toe. Het zenuwachtig lachje dat het antwoord begeleidde, verraadde dat ze aan het liegen was. Wat volgde was een zielig gesprek met formele vragen van haar kant en flauwe moppen uit zijn mond. De conversatie brokkelde stilaan af. Ze stelde vragen die mensen stellen als ze niet echt geïnteresseerd zijn en hij gaf de antwoorden die ze verwachtte. Vijf minuten later zochten ze allebei een excuus om er vandoor te gaan. Hij moest naar het toilet en zij moest iemand anders nog iets vertellen. Ze vroeg nog om zijn telefoonnummer om later nog eens af te spreken, maar hij wist al dat het nooit zou gebeuren en was er niet rouwig om.
dinsdag 18 december 2007
Vlaamse Ramones op Eurosong
De kandidaten die u en mij mogen gaan vertegenwoordigen op het Eurosongfestival in Belgrado zijn bekend. Één naam doet er maar toe: The Paranoiacs, ook wel de Vlaamse Ramones genoemd. De meer dan 20 jaar oude punkrockband rond de gebroeders Raf en Hans Stevens mag voor uw welwillend oog en oor van jetje gaan geven in de hoop dat u hen mits een sms richting Servië stuurt. De kans dat zulks gebeurt, is niet echt groot. The Paranoiacs moeten het opnemen tegen heel wat zeemzoeterige en bekende nobody’s als Sandrine, Brahim, Betty en Tania Dexters. Eddy Wally wou ook naar Belgrado maar trok op doktersadvies zijn kandidatuur in.
Miss België Alizee Poulicek aan de coke?
De knapste deerne van het land spreekt nauwelijks Nederlands. Het zorgde tijdens de live-uitzending en in de besprekingen achteraf voor heel wat ophef. Toch ging ze met het kroontje aan de haal, beauty komt in de wedstrijd namelijk voor brains. Volgens de immer objectieve en betrouwbare -want zelf erg legale- Dennis Burkas alias Black Magic zal het meisje haar kroontje en titel niet lang kunnen koesteren. Hij beweert dat Alizee Poulicek, die half Tsjechisch is en in Tsjechië een beetje bekend is, aan de coke zit. –eats this Story, Dag Allemaal en Woef!- Dennis die momenteel wegens niet meer op optimale voet met de Belgische autoriteiten, zelf in Tsjechië verblijft, doet de uitspraken op zijn myspace. Bewijzen en dergelijke meer, daar doet Dennis niet aan mee, maar hij zal de komende dagen de Vlaamse media verblijden met weetjes en kiekjes van Alizee. Coke snuivend of wie weet acterend in een pornofilm vermoeden wij. Dennis beschikt trouwens over een schrijfstijl waar literaire vedetten bij ons alleen maar van kunnen dromen. Nu ja, als Jean-Pierre Van Rossem onze Minister van Begroting een cocaïnehoer mag noemen, dan mag Black Magic ook onze Miss aanpakken.
Dennis laat het daar niet bij. Hij kondigt aan dat hij zijn archieven zal vrijgeven. Daarin zitten foto’s en beelden –wat het verschil is laat hij in het midden- van journalisten van De Morgen en andere media die zich op feestjes hebben laten gaan. Ze zouden er hun seksuele driften hebben gebotvierd en dat terwijl ze getrouwd waren. Nu weten wij niet hoe het er op redactiefeestjes van De Morgen aan toe gaat, maar wij krijgen opeens een heel ander beeld van Yves Desmet en Walter Pauli.
Volgens Dennis zullen zijn onthullingen leiden tot ontslagen, rechtzaken, schandalen en een terugtrekking van adverteerders. Om tot deze ernstige daad te komen heeft Dennis in zijn hoofd duidelijk één en ander moeten afwegen:
Ik zou het nooit gedaan hebben, maar ik zal de ogen van Vlaanderen blijkbaar op deze manier moeten open doen. Uiteraard kun je nu zeggen, "is dit laster en eerroof?" of "is dit schending van privacy?"... even in het achterhoofd houden hoe ze mij er nu al 3 jaar doorsleuren zonder enige vorm van moraal. Neen dit zijn feiten die hebben plaatsgevonden, niets meer en niets minder. Vlaanderen heeft recht om te weten en te zien dat een "naam" niet altijd alles is.
greets en alvast veel paniek toegewenst aan degene die het zijn.
Dennis laat het daar niet bij. Hij kondigt aan dat hij zijn archieven zal vrijgeven. Daarin zitten foto’s en beelden –wat het verschil is laat hij in het midden- van journalisten van De Morgen en andere media die zich op feestjes hebben laten gaan. Ze zouden er hun seksuele driften hebben gebotvierd en dat terwijl ze getrouwd waren. Nu weten wij niet hoe het er op redactiefeestjes van De Morgen aan toe gaat, maar wij krijgen opeens een heel ander beeld van Yves Desmet en Walter Pauli.
Volgens Dennis zullen zijn onthullingen leiden tot ontslagen, rechtzaken, schandalen en een terugtrekking van adverteerders. Om tot deze ernstige daad te komen heeft Dennis in zijn hoofd duidelijk één en ander moeten afwegen:
Ik zou het nooit gedaan hebben, maar ik zal de ogen van Vlaanderen blijkbaar op deze manier moeten open doen. Uiteraard kun je nu zeggen, "is dit laster en eerroof?" of "is dit schending van privacy?"... even in het achterhoofd houden hoe ze mij er nu al 3 jaar doorsleuren zonder enige vorm van moraal. Neen dit zijn feiten die hebben plaatsgevonden, niets meer en niets minder. Vlaanderen heeft recht om te weten en te zien dat een "naam" niet altijd alles is.
greets en alvast veel paniek toegewenst aan degene die het zijn.
Paranormale laryngitis
Ik werd de woensdagavond op slinkse wijze geveld door een laryngitis. Daarom vertoefde ik de voorbije dagen in zetel en bed terwijl SM ondergetekende met veel liefde van eten, drinken en de nodige medicatie voorzag. De ontsteking aan mijn strottenhoofd bracht mij niet alleen fysiek op temperatuur, maar ook ergens waar ik doorgaans nooit terecht kom; op Vitaya om tien uur ’s ochtends.
Vrouwenzenders kunnen mij zelden met goede televisie verblijden, maar belspelletjes, twintig keer dezelfde semi-erotische videoclips en de steeds wederkerende regionale berichtgeving hadden mij in deze richting geduwd. Op het scherm een vrouw die over drie verschillende kleuren haar beschikte: zwart, blond en een artificiële kruising van kersrood en vosros. Dat was evenwel niet het bijzonderste. De dame in kwestie Lisa Williams geheten, beschikt over een nog veel groter talent. Zij kan in contact komen met de doden. Die gave heeft ze schaamteloos omgezet in een winstgevend handeltje, waarbij ze uit het verdriet en de onzekerheid van mensen –die meestal net een dierbare verloren- zoveel mogelijk geld probeert te puren. Ze houdt daarvoor scéances bij haar thuis of trekt naar het huis van haar klant/slachtoffer.
Eén van die klanten had net haar zoon verloren en wou met hem in contact komen. Ze vertelde dat hij was doodgereden op zijn motor. Waarop Lisa onmiddellijk aan haar spirituele zoektocht begon. Al na een vijftal seconden maakte ze gewag van pijn aan haar hoofd. De andere vrouw knikte. Haar zoon was inderdaad op zijn hoofd gevallen. Net als ongeveer alle andere motorrijders die een ritje met hun leven moesten bekopen. Daarom dragen ze net die helm, omdat ze bij een stevige val zo goed als altijd met hun hoofd tegen de grond knallen. Deze eenvoudige vaststelling deed de vrouw al overstag gaan. Ze begon te wenen en zei dat ze nog nooit op de plaats van de crash geweest was. Dat opende natuurlijk perspectieven voor Lisa, die met de vrouw naar het kruispunt trok waar haar zoon het fatale ongeval meemaakte. Wanneer ze geparkeerd waren, stapte Lisa uit en zei, “Ik krijg kippenvel van deze plaats.” Voor de klant alweer het teken om in tranen uit te barsten. Daarop kon Lisa feilloos aanduiden waar het ongeval juist had plaatsgevonden. Dat zonder langer dan een paar tellen naar de kleine gedenkplaat die was aangebracht te kijken. Het enige wat ik de hele tijd zat te denken was rip-off. Maar Lisa wist te vertellen dat de motorrijdende zoon op slag dood was en dus geen pijn had geleden. Het ging zelfs verder. Hij was nu hierboven met zijn grootmoeder en samen wilden ze de vrouw vertellen dat ze gelukkig waren en dat zij zich geen zorgen meer moest maken. De vrouw was nu helemaal emotioneel gekraakt en gaf zich over aan een innige omhelzing met Lisa, waarbij ze zachtjes Thank you fluisterde.
Tevreden over alweer een geslaagde missie, begaf Lisa zich naar een oud huis, waarin een vrouwtje woonde dat wou weten of er al dan niet geesten en spoken in haar woning doolden. Waarom ze dat wou weten was niet duidelijk, misschien moesten ze dan mee huur betalen. Lisa besloot eerst een half uur alleen in het huis rond te lopen. Ze werd daarbij niet gehinderd door enig gevoel voor privacy en opende kamers, kasten en schuiven. Spoken of geesten kon ze nergens bespeuren. “Maar zegt de naam Albert u iets,” vroeg ze aan het vrouwtje. Die was verbouwereerd. “Dat is mijn ex-man,” stamelde ze. Had Lisa dat gezien aan het naamplaatje op het legeruniform dat van de man omhoog hing, of op de foto van het getrouwde paar, of op tientallen andere dingen die aan de man deden denken of plukte ze het gewoon uit de lucht? “U bent niet meer samen met die man hé,” concludeerde ze dapper verder. De term ex-man had inderdaad al een hint in die richting gegeven. “Er hangen hier nog slechte vibes van die man,” voelde Lisa in haar hoofd. “Was het een norse man,” schoot ze alweer raak. De vrouw werd er ongemakkelijk van want haar ex-man was inderdaad geen sympathieke peer. “Ik krijg ook de naam Martha in mijn hoofd,” orakelde Lisa. Het bleek om de ex-schoonmoeder te gaan. Daar had de vrouw wel een goede band mee gehad wist Lisa op te merken. Het was allemaal waarheid. Hoe het kwam dat beide personen in haar hoofd weetjes kwamen strooien terwijl zij nog leefden werd ten behoeve van de duidelijkheid even over het hoofd gezien.
Even later moest Lisa naar de winkel om een pet te kopen. Die zou haar eventjes vrijwaren van de stemmen en geesten die van bovenaf haar schedel probeerden te penetreren. In de boetiek wist ze twee andere klanten te vertellen dat hun overleden grootouders veel van hen hielden en dat de dode moeder van de kassierster trots op haar was. Na zoveel wijsheid stond iedereen in de shop haar aan te gapen en stapte ze met de pet naar buiten. Zonder succes, want de kassierster, van haar melk maar nog steeds bij haar volle verstand riep: “Die moet u nog betalen!” Opzet dan toch één keer mislukt.
Vrouwenzenders kunnen mij zelden met goede televisie verblijden, maar belspelletjes, twintig keer dezelfde semi-erotische videoclips en de steeds wederkerende regionale berichtgeving hadden mij in deze richting geduwd. Op het scherm een vrouw die over drie verschillende kleuren haar beschikte: zwart, blond en een artificiële kruising van kersrood en vosros. Dat was evenwel niet het bijzonderste. De dame in kwestie Lisa Williams geheten, beschikt over een nog veel groter talent. Zij kan in contact komen met de doden. Die gave heeft ze schaamteloos omgezet in een winstgevend handeltje, waarbij ze uit het verdriet en de onzekerheid van mensen –die meestal net een dierbare verloren- zoveel mogelijk geld probeert te puren. Ze houdt daarvoor scéances bij haar thuis of trekt naar het huis van haar klant/slachtoffer.
Eén van die klanten had net haar zoon verloren en wou met hem in contact komen. Ze vertelde dat hij was doodgereden op zijn motor. Waarop Lisa onmiddellijk aan haar spirituele zoektocht begon. Al na een vijftal seconden maakte ze gewag van pijn aan haar hoofd. De andere vrouw knikte. Haar zoon was inderdaad op zijn hoofd gevallen. Net als ongeveer alle andere motorrijders die een ritje met hun leven moesten bekopen. Daarom dragen ze net die helm, omdat ze bij een stevige val zo goed als altijd met hun hoofd tegen de grond knallen. Deze eenvoudige vaststelling deed de vrouw al overstag gaan. Ze begon te wenen en zei dat ze nog nooit op de plaats van de crash geweest was. Dat opende natuurlijk perspectieven voor Lisa, die met de vrouw naar het kruispunt trok waar haar zoon het fatale ongeval meemaakte. Wanneer ze geparkeerd waren, stapte Lisa uit en zei, “Ik krijg kippenvel van deze plaats.” Voor de klant alweer het teken om in tranen uit te barsten. Daarop kon Lisa feilloos aanduiden waar het ongeval juist had plaatsgevonden. Dat zonder langer dan een paar tellen naar de kleine gedenkplaat die was aangebracht te kijken. Het enige wat ik de hele tijd zat te denken was rip-off. Maar Lisa wist te vertellen dat de motorrijdende zoon op slag dood was en dus geen pijn had geleden. Het ging zelfs verder. Hij was nu hierboven met zijn grootmoeder en samen wilden ze de vrouw vertellen dat ze gelukkig waren en dat zij zich geen zorgen meer moest maken. De vrouw was nu helemaal emotioneel gekraakt en gaf zich over aan een innige omhelzing met Lisa, waarbij ze zachtjes Thank you fluisterde.
Tevreden over alweer een geslaagde missie, begaf Lisa zich naar een oud huis, waarin een vrouwtje woonde dat wou weten of er al dan niet geesten en spoken in haar woning doolden. Waarom ze dat wou weten was niet duidelijk, misschien moesten ze dan mee huur betalen. Lisa besloot eerst een half uur alleen in het huis rond te lopen. Ze werd daarbij niet gehinderd door enig gevoel voor privacy en opende kamers, kasten en schuiven. Spoken of geesten kon ze nergens bespeuren. “Maar zegt de naam Albert u iets,” vroeg ze aan het vrouwtje. Die was verbouwereerd. “Dat is mijn ex-man,” stamelde ze. Had Lisa dat gezien aan het naamplaatje op het legeruniform dat van de man omhoog hing, of op de foto van het getrouwde paar, of op tientallen andere dingen die aan de man deden denken of plukte ze het gewoon uit de lucht? “U bent niet meer samen met die man hé,” concludeerde ze dapper verder. De term ex-man had inderdaad al een hint in die richting gegeven. “Er hangen hier nog slechte vibes van die man,” voelde Lisa in haar hoofd. “Was het een norse man,” schoot ze alweer raak. De vrouw werd er ongemakkelijk van want haar ex-man was inderdaad geen sympathieke peer. “Ik krijg ook de naam Martha in mijn hoofd,” orakelde Lisa. Het bleek om de ex-schoonmoeder te gaan. Daar had de vrouw wel een goede band mee gehad wist Lisa op te merken. Het was allemaal waarheid. Hoe het kwam dat beide personen in haar hoofd weetjes kwamen strooien terwijl zij nog leefden werd ten behoeve van de duidelijkheid even over het hoofd gezien.
Even later moest Lisa naar de winkel om een pet te kopen. Die zou haar eventjes vrijwaren van de stemmen en geesten die van bovenaf haar schedel probeerden te penetreren. In de boetiek wist ze twee andere klanten te vertellen dat hun overleden grootouders veel van hen hielden en dat de dode moeder van de kassierster trots op haar was. Na zoveel wijsheid stond iedereen in de shop haar aan te gapen en stapte ze met de pet naar buiten. Zonder succes, want de kassierster, van haar melk maar nog steeds bij haar volle verstand riep: “Die moet u nog betalen!” Opzet dan toch één keer mislukt.
woensdag 12 december 2007
Urbanus Vobiscum
Het is pas wanneer Axelle Red een breekbare versie van Grootvader Geplant richting onze oren stuwt, dat het tekstschrijverschap van Urbanus ons opvalt. Als de onnozelheid waarmee Urbanus zijn eigen nummers brengt wegvalt, blijven er plots ernstige en prachtige songs over.
Vanochtend hebben ze grootvader geplant
In een putje op het kerkhof aan de schaduwkant
Vanochtend hebben ze grootvader geplant
Ik droeg een zwart kostummeke en een handschoen in m’n hand
En de pastoor zei dat hij ooit zou wederkeren
Maar pas na dat God het heeft gezegd
En opdat hij het niet eerder zou proberen
Wordt straks een dikke steen op hem gelegd
Urbanus Vobiscum is een prachtige plaat. Ook Jan De Wilde en Sarah Bettens maken van De Aarde een gevoelige song. Uit het hele album –en niet in het minst uit het nieuwe nummer CO2 prostituee- schemert een gevoel van nostalgie. De Mens maakt van Gigippeke een stevige rocker en dat in het Zaventems! Urbanus baseerde Gigippeke trouwens op een oud Brussels liedje. Bakske Vol met Stro had mijn peter destijds op een klein singeltje. Telkens ik bij hem op bezoek kwam, speelde ik dat nummer de hele dag door. Nathalie Delcroix van Laïs brengt er een niet onaardig versie van. Hier valt de absurditeit van Urbanus zijn teksten onmiddellijk op.
K3, Bart Peeters, en De Nieuwe Snaar kwijten zich ook uitstekend van hun taak. Will Tura valt een beetje uit de toon met een wel erg magere versie van Meisje met de Bloemen. Erger is het gesteld met Clouseau dat aan Publiciteitsjaren niets toevoegt. De versie van Quand les Zosiaux die Wim Opbrouck neerzet is wezenlijk verschillend met het origineel. Hij maakt er een Frans chanson van, een tearjerker. Ik heb het er niet voor.
Al bij al een erg geslaagd initiatief, een mooi eerbetoon aan de bekwame tekstkunstenaar achter de onnozelaar Urbanus. Vrijdag te zien in een uitverkocht Sportpaleis.
Vanochtend hebben ze grootvader geplant
In een putje op het kerkhof aan de schaduwkant
Vanochtend hebben ze grootvader geplant
Ik droeg een zwart kostummeke en een handschoen in m’n hand
En de pastoor zei dat hij ooit zou wederkeren
Maar pas na dat God het heeft gezegd
En opdat hij het niet eerder zou proberen
Wordt straks een dikke steen op hem gelegd
Urbanus Vobiscum is een prachtige plaat. Ook Jan De Wilde en Sarah Bettens maken van De Aarde een gevoelige song. Uit het hele album –en niet in het minst uit het nieuwe nummer CO2 prostituee- schemert een gevoel van nostalgie. De Mens maakt van Gigippeke een stevige rocker en dat in het Zaventems! Urbanus baseerde Gigippeke trouwens op een oud Brussels liedje. Bakske Vol met Stro had mijn peter destijds op een klein singeltje. Telkens ik bij hem op bezoek kwam, speelde ik dat nummer de hele dag door. Nathalie Delcroix van Laïs brengt er een niet onaardig versie van. Hier valt de absurditeit van Urbanus zijn teksten onmiddellijk op.
K3, Bart Peeters, en De Nieuwe Snaar kwijten zich ook uitstekend van hun taak. Will Tura valt een beetje uit de toon met een wel erg magere versie van Meisje met de Bloemen. Erger is het gesteld met Clouseau dat aan Publiciteitsjaren niets toevoegt. De versie van Quand les Zosiaux die Wim Opbrouck neerzet is wezenlijk verschillend met het origineel. Hij maakt er een Frans chanson van, een tearjerker. Ik heb het er niet voor.
Al bij al een erg geslaagd initiatief, een mooi eerbetoon aan de bekwame tekstkunstenaar achter de onnozelaar Urbanus. Vrijdag te zien in een uitverkocht Sportpaleis.
dinsdag 11 december 2007
Sweet
Ik ben geen grote fan de muziek die Sweet Coffee maakt. Hun combinatie van jazz, deephouse en lounge is bewonderenswaardig, krijgt van velen lovende woorden, maar is evenwel aan mij niet besteed. En toch heb ik de Belgische groep de laatste tien dagen tweemaal mogen aanschouwen. Op Humo’s Comedy Cup mocht Sweet Coffee de tijd tussen de optredens van de stand-uppers en het verdict van de jury opvullen. Een ondankbare taak, want niemand komt voor de muziek naar zo’n avond. De toog is het eerste wat het publiek opzoekt tijdens de pauze.
Gisterenavond was de groep gevraagd om het feestje voor tien jaar P in The Twelve op te luisteren. Het publiek bestond –in tegenstelling tot andere P-feestjes- slechts uit 400 genodigden. Na de set, waarover ik wegens in gesprek haast niets kan vertellen, kwam er één van de dames haar ongenoegen uiten over het publiek. Blijkbaar geef ik een ombudsman-achtige indruk. Ze maakte zich druk over het feit dat het publiek veel te rustig bleef. “Jullie schrijvers zijn echt saaie mensen,” zei ze beschuldigend. Nu heb ik niet de gewoonte om druk te gaan discussiëren met onbekenden. Maar als er nu één ding is dat ze bij de P niet zijn, dan is het wel saai. Wie dat niet gelooft, moet het exemplaar van volgende week bij zijn krantenboer halen en er de straffe verhalen uit 10 jaar P eens op nalezen. Daarom opperde ik dat het misschien aan de muziek lag. Waarop de juffrouw repliceerde: “Dan moet je eens naar onze andere optredens komen kijken. Want dan weet je er niets van!” Nu moet ik eerlijkheidshalve wel bekennen dat ik niet elke week in de hipste discotheken aan het shaken ga en dus ook niet over een uitgebreide veldkennis ter zake beschik. Toch kon ik haar melden dat ik de groep ook de week voordien aan het werk had gezien, met matig succes. De juffrouw, die overigens erg rad van tong was –en dat even later ook meedeelde- liet dat niet over zich gaan en vroeg of ik wel wist wat de krant de dag nadien had geschreven. Dat wist ik inderdaad. Karel Michiels die de Comedy Cup recenseerde voor de Standaard en tijdens het optreden van Sweet Coffee naast mij zat, schreef dat ze eigenlijk veel te goed waren als pauzeband. Ik probeerde een conclusie te trekken, maar dat lukte niet. “Hier zijn wel veel mensen die elkaar al lang niet meer gezien hebben en dus moeten bijpraten,” opperde ik in een poging het schrijversgild toch nog voor hip te kunnen verslijten. “Dan hebben jullie ons fout geprogrammeerd,” kreeg ik als antwoord. Daar had ik in de verste verte niets mee te maken. Hoe de discussie juist eindigde weet ik niet goed meer. Maar om het goed te maken, zal ik tijdens het volgende optreden van Sweet Coffee dat ik meemaak, mits trendy heupbewegingen duidelijk laten zien dat ik niet saai ben!
Gisterenavond was de groep gevraagd om het feestje voor tien jaar P in The Twelve op te luisteren. Het publiek bestond –in tegenstelling tot andere P-feestjes- slechts uit 400 genodigden. Na de set, waarover ik wegens in gesprek haast niets kan vertellen, kwam er één van de dames haar ongenoegen uiten over het publiek. Blijkbaar geef ik een ombudsman-achtige indruk. Ze maakte zich druk over het feit dat het publiek veel te rustig bleef. “Jullie schrijvers zijn echt saaie mensen,” zei ze beschuldigend. Nu heb ik niet de gewoonte om druk te gaan discussiëren met onbekenden. Maar als er nu één ding is dat ze bij de P niet zijn, dan is het wel saai. Wie dat niet gelooft, moet het exemplaar van volgende week bij zijn krantenboer halen en er de straffe verhalen uit 10 jaar P eens op nalezen. Daarom opperde ik dat het misschien aan de muziek lag. Waarop de juffrouw repliceerde: “Dan moet je eens naar onze andere optredens komen kijken. Want dan weet je er niets van!” Nu moet ik eerlijkheidshalve wel bekennen dat ik niet elke week in de hipste discotheken aan het shaken ga en dus ook niet over een uitgebreide veldkennis ter zake beschik. Toch kon ik haar melden dat ik de groep ook de week voordien aan het werk had gezien, met matig succes. De juffrouw, die overigens erg rad van tong was –en dat even later ook meedeelde- liet dat niet over zich gaan en vroeg of ik wel wist wat de krant de dag nadien had geschreven. Dat wist ik inderdaad. Karel Michiels die de Comedy Cup recenseerde voor de Standaard en tijdens het optreden van Sweet Coffee naast mij zat, schreef dat ze eigenlijk veel te goed waren als pauzeband. Ik probeerde een conclusie te trekken, maar dat lukte niet. “Hier zijn wel veel mensen die elkaar al lang niet meer gezien hebben en dus moeten bijpraten,” opperde ik in een poging het schrijversgild toch nog voor hip te kunnen verslijten. “Dan hebben jullie ons fout geprogrammeerd,” kreeg ik als antwoord. Daar had ik in de verste verte niets mee te maken. Hoe de discussie juist eindigde weet ik niet goed meer. Maar om het goed te maken, zal ik tijdens het volgende optreden van Sweet Coffee dat ik meemaak, mits trendy heupbewegingen duidelijk laten zien dat ik niet saai ben!
maandag 10 december 2007
10 jaar P-magazine
Op 11 december 1997 verschijnt de eerste P-magazine. Een nieuw blad dat – letterlijk – in no time zijn plaats op de markt inneemt. Er is dan ook iets vreemds aan P. Het heeft een al een trouw publiek uit het verleden. Mensen die maar niet begrepen waarom uitgeverij Mediaxis hen hun weekblad afnam. Net zomin als de redactie van de Nieuwe Panorama het had begrepen.
Het was op de computers van Mediaxis dat, in het diepste geheim, de eerste P gemaakt werd. Met Véronique De Kock op de cover. Twee dagen later was hij al uitverkocht.
De redactie incasseerde haar riante ontslagvergoedingen, zocht een krappe flat aan het Bonapartedok in Antwerpen en zette haar blad gewoon voort onder een andere naam. De Vrije Pers was geboren.
Dag op dag 10 jaar later, op dinsdag 11 december 2007, ligt er nog altijd een P in de winkel. Met Véronique De Kock op de cover – we hebben dan ook een gezamenlijke geschiedenis. Voor zijn feestnummer, met voor elke lezer een cadeau, heeft P-magazine zijn oplage dan ook met 15% verhoogd.
Hoe het begon
P-magazine is het laatste weekblad in Vlaanderen dat een vaste plaats op de tijdschriftenmarkt veroverde. Mogen we daar heel even fier op zijn? Daarom vertellen we u in twee afleveringen het verhaal van het zeer bewogen decennium van dit geweldige boekske. Volgende week leest u hilarische vertelsels over wie en wat we zoal tegenkwamen de voorbije tien jaar. Maar vandaag piepen we achter de schermen van de redactie, dat zondige oord des verderfs in het Antwerpse Schipperskwartier. En voor de volledigheid beginnen we ons verhaal tien jaar en vier maanden geleden in de gebouwen van uitgeverij Mediaxis (het huidige Sanoma City), toen de bazen een bom dropten op de redactie van het weekblad Panorama.
De moord op Panorama
EDWIN VAN OVERVELD (eindredacteur): Out of the blue kregen we het bericht dat Panorama zou worden opgedoekt. De directie van Mediaxis schermde met het argument dat Panorama te veel geld kostte, maar in werkelijkheid wilde ze ons gewoon kwijt. De bazen wilden enkel hun vrouwenbladen overhouden.
CHRISTINA VON WACKERBARTH (toenmalig uitgeefdirecteur van Mediaxis): Onze Nederlandse aandeelhouder VNU wilde haar tijdschriftendivisie verkopen en legde plots veel strengere winstnormen op. Wij moesten Mediaxis stroomlijnen om de verkoop ervan voor de VNU te vergemakkelijken. Ondanks het mooie werk van hoofdredacteurs Lex Moolenaar en Joël De Ceulaer had Panorama al jaren geen winst meer gemaakt. Daarbij kwam nog het toen nakende verbod op tabaksreclame. De tabaksindustrie zorgde voor 20 procent van de advertenties in Panorama. Er was geen hoop op beterschap.
VAN OVERVELD: We gingen in staking, gesteund door bijna het voltallige personeel van Mediaxis. Binnen de kortste keren hadden we een hoop artiesten opgetrommeld om te komen optreden aan onze stakingspiketten: van Urbanus via Isabelle A en Ashbury Faith tot Vic Beasley. Het was een spectaculaire dag en we zijn die dag ook spectaculair dronken geworden, maar de staking bracht niet veel zoden aan de dijk; toch niet wat onze werkgelegenheid betrof. Op gezinsvlak was het blijkbaar wél een vruchtbare periode, want precies 9 maanden na die stakingsweek werden zowel Alain Grootaers, Iwan Kneuts als Yurek Onzia vader.
FRANK WILLEMSE (toenmalig journalist): De avond dat de definitieve beslissing van de stopzetting viel, zijn we met de hele redactie gaan eten in een fout restaurant op de kaaien. We waren flink bezopen en lanceerden de wildste reddingsplannen. We hebben zelfs nog naar Guido Van Liefferinge, de baas van Dag Allemaal, gebeld. Toen werd ook duidelijk dat Alain Grootaers de touwtjes in handen zou nemen. Korte tijd later had Alain drie zakenmannen gevonden die bereid waren om een nieuw blad te financieren.
STEVEN SOMERS (toenmalig chef reportage): Het was een heel spannende periode. In het begin waren er slechts een paar ingewijden omdat er niks mocht uitlekken. Bij nacht en ontij gingen we onze contracten tekenen bij de nieuwe financiers. Het had iets heel samenzweerderigs. Wij zouden de grote mediatycoon eens een poepje laten ruiken.
WIM SWINNEN (journalist): Toen ik hoorde dat Panorama werd opgedoekt, viel er iets van me af. Na 15 jaar vond ik het de gedroomde aanleiding om uit de journalistiek te stappen. Ik wilde een eigen platenfirma opzetten. Tot Alain me bij hem riep en zei dat hij een nieuw blad wilde beginnen dat in de winkel moest liggen de week na de verschijning van de laatste Panorama in december. Of ik geïnteresseerd was? Ik heb geen seconde getwijfeld. We wisten dat het avontuur fout kon aflopen. Maar Alain straalde enorm veel zelfvertrouwen uit. Hij heeft bijna de hele redactie van Panorama meegekregen.
P in rood en wit
VAN OVERVELD: Dankzij de vakbond sleepten we hele mooie ontslagpremies uit de brand bij Mediaxis. De directie bood sommigen van ons jobs aan bij andere bladen, maar niemand is daarop ingegaan. Het heeft Mediaxis heel veel geld gekost; voor dat geld had Panorama nog lang kunnen blijven bestaan. Met míjn ontslagpremie kocht ik een mooie auto.
WILLEMSE: En financieel moesten we bij onze nieuwe werkgever ook al geen frank inleveren. We kregen hetzelfde loon.
GEERT DE WOLF (vormgever): Alain vroeg me om een zogenaamd nulnummer te maken, een blad waarmee we investeerders, adverteerders én medewerkers konden overtuigen om met ons in zee te gaan. Dat konden we uiteraard niet op de redactie van Panorama doen, dus deden we het op mijn zolderstudio in Aalst, vér van de Antwerpse boemannen van Mediaxis. We hadden zelfs nog geen definitieve naam voor het blad. De eerste werktitel was alleszins Tempo.
VAN OVERVELD: Wie precies met de naam P-magazine kwam aanzetten, weet ik niet meer. Er waren honderden voorstellen. We waren er alleen snel uit dat de naam moest beginnen met een P en dat het logo rood en wit moest worden.
DE WOLF: P-magazine werd dus de tweede werktitel. Maar omdat we niets beters vonden en alle betrokkenen sowieso constant over P-magazine bleven praten, is die naam blijven hangen.
BERNARD VAN DE POPELIERE (journalist): Ik vond het maar een rare naam en zei er iets over tegen Alain. “Waarom? Vind je Q (een Engels muziekblad; red.) een rare naam, nee toch?” zei Alain vaderlijk en ik zei niks meer. Redelijke argumenten gaan er bij mij altijd in.
VAN OVERVELD: Terwijl we de opstart van P-magazine voorbereidden, moesten we ook nog de laatste nummers van Panorama maken. Begin december 1997 hebben we in één week twee bladen gemaakt: de laatste Panorama, waarvan we waardig afscheid wilden nemen – zo eergevoelig waren we wel – en dus ook de allereerste P-magazine. We hebben dat eerste nummer nog volledig gemaakt op de redactie en de computers van Mediaxis, zonder dat iemand het daar in de gaten had. Ik vind het nog altijd een geweldige stunt dat iedereen die bij P-magazine betrokken was, zo goed zijn mond heeft kunnen houden. Pas helemaal aan het eind lekte in de uitgeverij uit dat we een nieuw blad zouden beginnen.
VAN DE POPELIERE: Ik kreeg een interview met de Spice Girls naar aanleiding van hun behoorlijk onnozele film Spice World. Ik beloofde aan de filmmaatschappij dat het stuk zeker zou verschijnen, maar dat ik er verder niets over mocht vertellen. Toen kon dat nog, tegenwoordig zou ze toestemming van de CIA en de FBI moeten hebben. In Londen zei ik gewoon dat ik voor Panorama werkte, dat bekte lekker in het Engels en van onze trubbels waren ze over het Kanaal toch niet op de hoogte. Geri Halliwell zat de hele tijd sensueel aan haar lippen te likken en het stuk verscheen in de eerste P.
ALAIN GROOTAERS (toenmalig hoofdredacteur): ‘Christus, valt dat tegen, zo’n hoofdredacteurschap.’ (allereerste zin ooit in P-magazine)
Archief in bad
BART COP (journalist): De eerste P-magazine verscheen op donderdag 11 december en daar hoorde uiteraard een lanceringsfeest bij, de avond voordien in Café Local in Antwerpen. Omdat we alles zo lang geheim hadden moeten houden, was Alain een beetje bang dat we de zaal niet gevuld zouden krijgen. Daarom mochten we zo veel vrienden uitnodigen als we wilden. De lijst van mijn invités staat nog op mijn pc; het waren er 157. Het gevolg was dat er natuurlijk véél te veel volk was. Op een bepaaald moment moest je tot een halfuur aanschuiven voor drank. Op dat feest hebben Franky De Smet-Van Damme van Channel Zero en Stephen Dewaele van Soulwax nog een versie van Hunger Strike van Mother Love Bone gespeeld: historisch!
VAN OVERVELD: Zowat heel bekend Vlaanderen was er. Tenminste, dat heb ik achteraf op de foto’s gezien. Van de avond zelf herinner ik mij niets meer. Alle kranten en radio- en tv-zenders waren er. P-magazine stond meteen op de kaart.
GROOTAERS: ‘We waren op de redactie nog volop de kater van de nacht tevoren aan het verwerken, toen de ene dagbladhandelaar na de andere begon te bellen: P-magazine was al uitverkocht en of ze dringend wat nummers konden bijbestellen.’ (P-magazine 2, 18/12/1997).
WILLEMSE: Opzet geslaagd. Maar de werkomstandigheden waren niet echt glorieus. Als redactieruimte had Alain een kleine flat geregeld op de tweede verdieping van een rijhuis aan het Bonapartedok. De eerste weken zaten we met vijf in een kamertje van twee op twee. Pas na een maand of zo kregen we de zolderverdieping erbij. Er was een badkamertje met een toilet en een ligbad. Dat bad lag vol papieren die we elders niet kwijt konden. Het archief noemden we dat.
SOMERS: Het had iets heel romantisch, zo samengepropt op een zolderkamertje. Het voelde aan als een piratennest.
VAN OVERVELD: In het begin waren we enorm op onze hoede, omdat we vreesden dat de directie van Mediaxis zich op ons zou wreken; met een rechtszaak bijvoorbeeld omdat P-magazine in hun ogen te veel op Panorama leek. Zo moesten we ervoor zorgen dat zelfs het onbenulligste lettertekentje genoeg afweek van wat we bij Panorama hadden gedaan.
VON WACKERBARTH: We hebben inderdaad aan procederen gedacht; het concept en de naam van het nieuwe blad leunden toch erg dicht aan bij die van Panorama. Uiteindelijk hebben we besloten om het hen niet moeilijker te maken dan ze het al hadden. We gunden hen de kans. P-magazine had het voordeel van een kleine onderneming met een veel wendbaardere structuur en een pak minder overheadkosten. Zo werden de winstmogelijkheden een stuk groter dan die van Panorama.
Overleven op Maalox en pils
VAN OVERVELD: In die eerste nummers moesten we uit noodzaak de foto’s wat groter plaatsen en de teksten wat rekken om het blad vol te krijgen. Onze middelen waren erg beperkt. Gsm’s of bedrijfsauto’s hadden we niet. Het was roeien met de riemen die we hadden.
VAN DE POPELIERE: Ik zie achter Alains computer nog altijd een grote doos Maalox staan. Blijkbaar was het opstarten van P-magazine toch stresserender dan hij liet merken.
SOMERS: Het was het eerste jaar helemaal geen evidentie om elke week een blad in de winkel te krijgen. Er liep constant van alles mis, maar door onze drive lukte het toch iedere keer. Na elk afgewerkt nummer moesten we ons in de arm knijpen: ‘Yes, it’s happening.’ Het pioniersgevoel was erg groot. Het was pure survival. Maar het mooiste was om te zien hoe wat we zelf vanuit het niets gecreëerd hadden op een goed einde afstevende. Een grotere kick bestaat niet.
VAN OVERVELD: Na een tijdje voelden we dat we onze plek op de markt gevonden hadden. We moesten hard werken, maar het was plezant. 20 meter naast de redactie vonden we meteen een stamkroeg, den Beer. Daar waren ze erg blij met onze komst, want we hebben er aardig wat vaten weggestouwd. Als we het druk hadden, belden we naar het café: “Tien pintjes, graag?” En dan kwam de cafédochter een plateau bier brengen. Wat gezien de steile trap geen makkelijke klus was.
IWAN KNEUTS (journalist): E-mail was er nog niet. We moesten onze teksten zelf naar de redactie brengen, op diskette. Toen ik er op een namiddag kwam, zag ik alleen Myriam Scheffers, de toenmalige redactiesecretaresse, die in het halfduister vlijtig enveloppen zat te schrijven. Er was geen stroom. Toen ik vroeg waar de rest van de redactie zat, antwoordde ze: “Beneden bij het buitenkomen 38 stappen naar rechts en daar binnengaan.” Het was de deur van den Beer, ons eerste ‘vergaderlokaal’.
VAN OVERVELD: De eerste tegenslag kwam snel. P-magazine werd gedrukt door Roularta. In de drukkerij van dat bedrijf vonden ze het fantastisch. Die drukkers waren al jaren bezig met Knack en De Streekkrant en zo; doodsaai dus. Binnen de kortste keren hing de ganse drukkerij vol posters van P-babes. Hun grote baas Rik Denolf – meneer Rik, een brave katholieke mens – zag zijn drukkerij plots vol schaarsgeklede vrouwen hangen. Vond-ie niet leuk. Hij en zijn familie wilde niets meer te maken hebben met zo’n vies boekske. We moesten op zoek naar een andere drukker. Gelukkig hebben de lezers daar niets van gemerkt. De verkoop bleef zelfs stijgen...
De rest van het verhaal leest u in P-magazine nr. 49 van 11/12/2007
Het was op de computers van Mediaxis dat, in het diepste geheim, de eerste P gemaakt werd. Met Véronique De Kock op de cover. Twee dagen later was hij al uitverkocht.
De redactie incasseerde haar riante ontslagvergoedingen, zocht een krappe flat aan het Bonapartedok in Antwerpen en zette haar blad gewoon voort onder een andere naam. De Vrije Pers was geboren.
Dag op dag 10 jaar later, op dinsdag 11 december 2007, ligt er nog altijd een P in de winkel. Met Véronique De Kock op de cover – we hebben dan ook een gezamenlijke geschiedenis. Voor zijn feestnummer, met voor elke lezer een cadeau, heeft P-magazine zijn oplage dan ook met 15% verhoogd.
Hoe het begon
P-magazine is het laatste weekblad in Vlaanderen dat een vaste plaats op de tijdschriftenmarkt veroverde. Mogen we daar heel even fier op zijn? Daarom vertellen we u in twee afleveringen het verhaal van het zeer bewogen decennium van dit geweldige boekske. Volgende week leest u hilarische vertelsels over wie en wat we zoal tegenkwamen de voorbije tien jaar. Maar vandaag piepen we achter de schermen van de redactie, dat zondige oord des verderfs in het Antwerpse Schipperskwartier. En voor de volledigheid beginnen we ons verhaal tien jaar en vier maanden geleden in de gebouwen van uitgeverij Mediaxis (het huidige Sanoma City), toen de bazen een bom dropten op de redactie van het weekblad Panorama.
De moord op Panorama
EDWIN VAN OVERVELD (eindredacteur): Out of the blue kregen we het bericht dat Panorama zou worden opgedoekt. De directie van Mediaxis schermde met het argument dat Panorama te veel geld kostte, maar in werkelijkheid wilde ze ons gewoon kwijt. De bazen wilden enkel hun vrouwenbladen overhouden.
CHRISTINA VON WACKERBARTH (toenmalig uitgeefdirecteur van Mediaxis): Onze Nederlandse aandeelhouder VNU wilde haar tijdschriftendivisie verkopen en legde plots veel strengere winstnormen op. Wij moesten Mediaxis stroomlijnen om de verkoop ervan voor de VNU te vergemakkelijken. Ondanks het mooie werk van hoofdredacteurs Lex Moolenaar en Joël De Ceulaer had Panorama al jaren geen winst meer gemaakt. Daarbij kwam nog het toen nakende verbod op tabaksreclame. De tabaksindustrie zorgde voor 20 procent van de advertenties in Panorama. Er was geen hoop op beterschap.
VAN OVERVELD: We gingen in staking, gesteund door bijna het voltallige personeel van Mediaxis. Binnen de kortste keren hadden we een hoop artiesten opgetrommeld om te komen optreden aan onze stakingspiketten: van Urbanus via Isabelle A en Ashbury Faith tot Vic Beasley. Het was een spectaculaire dag en we zijn die dag ook spectaculair dronken geworden, maar de staking bracht niet veel zoden aan de dijk; toch niet wat onze werkgelegenheid betrof. Op gezinsvlak was het blijkbaar wél een vruchtbare periode, want precies 9 maanden na die stakingsweek werden zowel Alain Grootaers, Iwan Kneuts als Yurek Onzia vader.
FRANK WILLEMSE (toenmalig journalist): De avond dat de definitieve beslissing van de stopzetting viel, zijn we met de hele redactie gaan eten in een fout restaurant op de kaaien. We waren flink bezopen en lanceerden de wildste reddingsplannen. We hebben zelfs nog naar Guido Van Liefferinge, de baas van Dag Allemaal, gebeld. Toen werd ook duidelijk dat Alain Grootaers de touwtjes in handen zou nemen. Korte tijd later had Alain drie zakenmannen gevonden die bereid waren om een nieuw blad te financieren.
STEVEN SOMERS (toenmalig chef reportage): Het was een heel spannende periode. In het begin waren er slechts een paar ingewijden omdat er niks mocht uitlekken. Bij nacht en ontij gingen we onze contracten tekenen bij de nieuwe financiers. Het had iets heel samenzweerderigs. Wij zouden de grote mediatycoon eens een poepje laten ruiken.
WIM SWINNEN (journalist): Toen ik hoorde dat Panorama werd opgedoekt, viel er iets van me af. Na 15 jaar vond ik het de gedroomde aanleiding om uit de journalistiek te stappen. Ik wilde een eigen platenfirma opzetten. Tot Alain me bij hem riep en zei dat hij een nieuw blad wilde beginnen dat in de winkel moest liggen de week na de verschijning van de laatste Panorama in december. Of ik geïnteresseerd was? Ik heb geen seconde getwijfeld. We wisten dat het avontuur fout kon aflopen. Maar Alain straalde enorm veel zelfvertrouwen uit. Hij heeft bijna de hele redactie van Panorama meegekregen.
P in rood en wit
VAN OVERVELD: Dankzij de vakbond sleepten we hele mooie ontslagpremies uit de brand bij Mediaxis. De directie bood sommigen van ons jobs aan bij andere bladen, maar niemand is daarop ingegaan. Het heeft Mediaxis heel veel geld gekost; voor dat geld had Panorama nog lang kunnen blijven bestaan. Met míjn ontslagpremie kocht ik een mooie auto.
WILLEMSE: En financieel moesten we bij onze nieuwe werkgever ook al geen frank inleveren. We kregen hetzelfde loon.
GEERT DE WOLF (vormgever): Alain vroeg me om een zogenaamd nulnummer te maken, een blad waarmee we investeerders, adverteerders én medewerkers konden overtuigen om met ons in zee te gaan. Dat konden we uiteraard niet op de redactie van Panorama doen, dus deden we het op mijn zolderstudio in Aalst, vér van de Antwerpse boemannen van Mediaxis. We hadden zelfs nog geen definitieve naam voor het blad. De eerste werktitel was alleszins Tempo.
VAN OVERVELD: Wie precies met de naam P-magazine kwam aanzetten, weet ik niet meer. Er waren honderden voorstellen. We waren er alleen snel uit dat de naam moest beginnen met een P en dat het logo rood en wit moest worden.
DE WOLF: P-magazine werd dus de tweede werktitel. Maar omdat we niets beters vonden en alle betrokkenen sowieso constant over P-magazine bleven praten, is die naam blijven hangen.
BERNARD VAN DE POPELIERE (journalist): Ik vond het maar een rare naam en zei er iets over tegen Alain. “Waarom? Vind je Q (een Engels muziekblad; red.) een rare naam, nee toch?” zei Alain vaderlijk en ik zei niks meer. Redelijke argumenten gaan er bij mij altijd in.
VAN OVERVELD: Terwijl we de opstart van P-magazine voorbereidden, moesten we ook nog de laatste nummers van Panorama maken. Begin december 1997 hebben we in één week twee bladen gemaakt: de laatste Panorama, waarvan we waardig afscheid wilden nemen – zo eergevoelig waren we wel – en dus ook de allereerste P-magazine. We hebben dat eerste nummer nog volledig gemaakt op de redactie en de computers van Mediaxis, zonder dat iemand het daar in de gaten had. Ik vind het nog altijd een geweldige stunt dat iedereen die bij P-magazine betrokken was, zo goed zijn mond heeft kunnen houden. Pas helemaal aan het eind lekte in de uitgeverij uit dat we een nieuw blad zouden beginnen.
VAN DE POPELIERE: Ik kreeg een interview met de Spice Girls naar aanleiding van hun behoorlijk onnozele film Spice World. Ik beloofde aan de filmmaatschappij dat het stuk zeker zou verschijnen, maar dat ik er verder niets over mocht vertellen. Toen kon dat nog, tegenwoordig zou ze toestemming van de CIA en de FBI moeten hebben. In Londen zei ik gewoon dat ik voor Panorama werkte, dat bekte lekker in het Engels en van onze trubbels waren ze over het Kanaal toch niet op de hoogte. Geri Halliwell zat de hele tijd sensueel aan haar lippen te likken en het stuk verscheen in de eerste P.
ALAIN GROOTAERS (toenmalig hoofdredacteur): ‘Christus, valt dat tegen, zo’n hoofdredacteurschap.’ (allereerste zin ooit in P-magazine)
Archief in bad
BART COP (journalist): De eerste P-magazine verscheen op donderdag 11 december en daar hoorde uiteraard een lanceringsfeest bij, de avond voordien in Café Local in Antwerpen. Omdat we alles zo lang geheim hadden moeten houden, was Alain een beetje bang dat we de zaal niet gevuld zouden krijgen. Daarom mochten we zo veel vrienden uitnodigen als we wilden. De lijst van mijn invités staat nog op mijn pc; het waren er 157. Het gevolg was dat er natuurlijk véél te veel volk was. Op een bepaaald moment moest je tot een halfuur aanschuiven voor drank. Op dat feest hebben Franky De Smet-Van Damme van Channel Zero en Stephen Dewaele van Soulwax nog een versie van Hunger Strike van Mother Love Bone gespeeld: historisch!
VAN OVERVELD: Zowat heel bekend Vlaanderen was er. Tenminste, dat heb ik achteraf op de foto’s gezien. Van de avond zelf herinner ik mij niets meer. Alle kranten en radio- en tv-zenders waren er. P-magazine stond meteen op de kaart.
GROOTAERS: ‘We waren op de redactie nog volop de kater van de nacht tevoren aan het verwerken, toen de ene dagbladhandelaar na de andere begon te bellen: P-magazine was al uitverkocht en of ze dringend wat nummers konden bijbestellen.’ (P-magazine 2, 18/12/1997).
WILLEMSE: Opzet geslaagd. Maar de werkomstandigheden waren niet echt glorieus. Als redactieruimte had Alain een kleine flat geregeld op de tweede verdieping van een rijhuis aan het Bonapartedok. De eerste weken zaten we met vijf in een kamertje van twee op twee. Pas na een maand of zo kregen we de zolderverdieping erbij. Er was een badkamertje met een toilet en een ligbad. Dat bad lag vol papieren die we elders niet kwijt konden. Het archief noemden we dat.
SOMERS: Het had iets heel romantisch, zo samengepropt op een zolderkamertje. Het voelde aan als een piratennest.
VAN OVERVELD: In het begin waren we enorm op onze hoede, omdat we vreesden dat de directie van Mediaxis zich op ons zou wreken; met een rechtszaak bijvoorbeeld omdat P-magazine in hun ogen te veel op Panorama leek. Zo moesten we ervoor zorgen dat zelfs het onbenulligste lettertekentje genoeg afweek van wat we bij Panorama hadden gedaan.
VON WACKERBARTH: We hebben inderdaad aan procederen gedacht; het concept en de naam van het nieuwe blad leunden toch erg dicht aan bij die van Panorama. Uiteindelijk hebben we besloten om het hen niet moeilijker te maken dan ze het al hadden. We gunden hen de kans. P-magazine had het voordeel van een kleine onderneming met een veel wendbaardere structuur en een pak minder overheadkosten. Zo werden de winstmogelijkheden een stuk groter dan die van Panorama.
Overleven op Maalox en pils
VAN OVERVELD: In die eerste nummers moesten we uit noodzaak de foto’s wat groter plaatsen en de teksten wat rekken om het blad vol te krijgen. Onze middelen waren erg beperkt. Gsm’s of bedrijfsauto’s hadden we niet. Het was roeien met de riemen die we hadden.
VAN DE POPELIERE: Ik zie achter Alains computer nog altijd een grote doos Maalox staan. Blijkbaar was het opstarten van P-magazine toch stresserender dan hij liet merken.
SOMERS: Het was het eerste jaar helemaal geen evidentie om elke week een blad in de winkel te krijgen. Er liep constant van alles mis, maar door onze drive lukte het toch iedere keer. Na elk afgewerkt nummer moesten we ons in de arm knijpen: ‘Yes, it’s happening.’ Het pioniersgevoel was erg groot. Het was pure survival. Maar het mooiste was om te zien hoe wat we zelf vanuit het niets gecreëerd hadden op een goed einde afstevende. Een grotere kick bestaat niet.
VAN OVERVELD: Na een tijdje voelden we dat we onze plek op de markt gevonden hadden. We moesten hard werken, maar het was plezant. 20 meter naast de redactie vonden we meteen een stamkroeg, den Beer. Daar waren ze erg blij met onze komst, want we hebben er aardig wat vaten weggestouwd. Als we het druk hadden, belden we naar het café: “Tien pintjes, graag?” En dan kwam de cafédochter een plateau bier brengen. Wat gezien de steile trap geen makkelijke klus was.
IWAN KNEUTS (journalist): E-mail was er nog niet. We moesten onze teksten zelf naar de redactie brengen, op diskette. Toen ik er op een namiddag kwam, zag ik alleen Myriam Scheffers, de toenmalige redactiesecretaresse, die in het halfduister vlijtig enveloppen zat te schrijven. Er was geen stroom. Toen ik vroeg waar de rest van de redactie zat, antwoordde ze: “Beneden bij het buitenkomen 38 stappen naar rechts en daar binnengaan.” Het was de deur van den Beer, ons eerste ‘vergaderlokaal’.
VAN OVERVELD: De eerste tegenslag kwam snel. P-magazine werd gedrukt door Roularta. In de drukkerij van dat bedrijf vonden ze het fantastisch. Die drukkers waren al jaren bezig met Knack en De Streekkrant en zo; doodsaai dus. Binnen de kortste keren hing de ganse drukkerij vol posters van P-babes. Hun grote baas Rik Denolf – meneer Rik, een brave katholieke mens – zag zijn drukkerij plots vol schaarsgeklede vrouwen hangen. Vond-ie niet leuk. Hij en zijn familie wilde niets meer te maken hebben met zo’n vies boekske. We moesten op zoek naar een andere drukker. Gelukkig hebben de lezers daar niets van gemerkt. De verkoop bleef zelfs stijgen...
De rest van het verhaal leest u in P-magazine nr. 49 van 11/12/2007
vrijdag 7 december 2007
“Ik was het niet edelachtbare, mijn pietje is te klein”
Michael Carney moest zich vorige week voor de rechter komen verdedigen. Er waren tegen de Brit zeven klachten ingediend wegens openbare zedenschennis. In een ultieme poging zichzelf van alle schuld te zuiveren, pakte Carney in de rechtszaal uit met foto’s van zijn jongeheer. Volgens Carney is hij bijzonder klein geschapen en kan hij bijgevolg niet voor potloodventer versleten worden.
De plaatjes die de rechter onder ogen kreeg, waren gemaakt door de vrouw van de 41-jarige manager. Carney vertelde de rechter dat hij altijd al beschaamd geweest is over de grootte van zijn genitaliën. “Die zijn veel kleiner dan bij een normale man,” voegde hij er nog aan toe, “dat komt omdat ik een teelbal heb moeten laten verwijderen. Ik schaam mij zelfs wanneer ik naakt voor mijn vrouw sta.” De Openbare Aanklager was duidelijk geamuseerd door de bewijsvoering en vroeg over één van de foto’s of Carney’s fluit daar in semi-erectiele toestand euh… stond. Waarop die moest bekennen dat zijn soldaat er in opperste staat van paraatheid op te bewonderen was.
Veel indruk maakten de plaatjes niet op de rechter. Getuigenissen van de buren die Carney in zijn en in hun tuin naakt hadden zien masturberen, gaven de doorslag. Carney werd schuldig bevonden en krijgt in januari een straf opgelegd.
De plaatjes die de rechter onder ogen kreeg, waren gemaakt door de vrouw van de 41-jarige manager. Carney vertelde de rechter dat hij altijd al beschaamd geweest is over de grootte van zijn genitaliën. “Die zijn veel kleiner dan bij een normale man,” voegde hij er nog aan toe, “dat komt omdat ik een teelbal heb moeten laten verwijderen. Ik schaam mij zelfs wanneer ik naakt voor mijn vrouw sta.” De Openbare Aanklager was duidelijk geamuseerd door de bewijsvoering en vroeg over één van de foto’s of Carney’s fluit daar in semi-erectiele toestand euh… stond. Waarop die moest bekennen dat zijn soldaat er in opperste staat van paraatheid op te bewonderen was.
Veel indruk maakten de plaatjes niet op de rechter. Getuigenissen van de buren die Carney in zijn en in hun tuin naakt hadden zien masturberen, gaven de doorslag. Carney werd schuldig bevonden en krijgt in januari een straf opgelegd.
donderdag 6 december 2007
What would Jesus buy?
De koopwoede van de Amerikanen –en ook die bij ons- neemt tijdens de kerstperiode ongezien vormen aan. Uitzinnige kerstversiering, gigantische kerstbomen die bijna bedolven worden onder stapels geschenken, volgens de makers van What Would Jesus Buy is het teveel van het goede. In 2006 werd door Amerikanen tijdens kerst 455 miljard dollar uitgegeven.
In What Would Jesus Buy volgen we de hyperactieve en knotsgekke dominee Billy, die samen met zijn ‘Stop Shopping Choir’ de blijde boodschap van kooptempering predikt. Dat leidt tot een hilarische documentaire, die het best omschreven kan worden als Borat meets Michael Moore under the Christmas tree. Het gezelschap trekt op tournee en treedt op in kerken. Daarnaast doet het winkelcentra aan en houdt daar uitdrijfsessies. Deze Messiastour wordt afgewisseld met interviews met consumenten, fabrikanten, ondernemers en verkopers.
In What Would Jesus Buy volgen we de hyperactieve en knotsgekke dominee Billy, die samen met zijn ‘Stop Shopping Choir’ de blijde boodschap van kooptempering predikt. Dat leidt tot een hilarische documentaire, die het best omschreven kan worden als Borat meets Michael Moore under the Christmas tree. Het gezelschap trekt op tournee en treedt op in kerken. Daarnaast doet het winkelcentra aan en houdt daar uitdrijfsessies. Deze Messiastour wordt afgewisseld met interviews met consumenten, fabrikanten, ondernemers en verkopers.
maandag 3 december 2007
Culinair geknutsel
vrijdag 30 november 2007
Comedy Cup
Bart Cannaerts mag voor de meesten onder u dan nog een nobele onbekende zijn, dat zal niet lang zo blijven. In de finale van Humo’s Comedy Cup zette hij gisterenavond de hele Ancienne Belgique –jury inbegrepen- naar zijn hand, en ging er vandoor met de eerste prijs.
Zes beloftevolle komieken maakten onder elkaar uit wie het grootste talent was. Normaal gezien hadden het er zeven moeten zijn maar Vitalski –ja, dat is die kerel die niet van Joyce Van Nimmen kon blijven- gaf verstek. Hij was dubbel geboekt. Velen vroegen zich al af wat iemand met de bekendheid van de Antwerpse nachtburgemeester op een wedstrijd voor aanstormend talent kwam zoeken. Routiné Raf Coppens was al voor de zoveelste keer presentator en opwarmer van dienst. U kan over de man denken wat u wil, maar hij kreeg tussen elke kandidaat de zaal toch even op de knieën.
Han Solo, die ons werd aangekondigd als de eerste extreemrechtse komiek van Vlaanderen werd als eerste voor de leeuwen geworpen. Lachen met vreemdelingen, het zou het hoofdthema van de avond worden. Uwamungu Cornelis –die u allicht niet kent uit Kaat&Co- is zelf zwart en dreef dan maar de spot met zichzelf en het eeuwenoude cliché van de flink geschapen neger. Vijf van de zes finalisten spraken ook iemand in het publiek aan. Zelden kwam daar iets grappig uit voort. Kappen daarmee.
De zwakste comedian was duidelijk Koen Dewulf, wiens grappen niet altijd aansloegen. Tegen het einde van zijn optreden verzonk de zaal in gepraat en geroezemoes. Groot was dan ook het contrast met favoriet Bart Cannaerts, die eerder dit jaar als eerste Belg in Nederland de Culture Comedy Award in de wacht sleepte. Meer dan dertig seconden had Cannaerts niet nodig om de zaal muisstil te krijgen. Het overdonderend applaus dat hem deel was, maakte toen al duidelijk wie de winnaar van de avond was. Dat was ook Raf Coppens niet ontgaan. De onfortuinlijke Roel Steeno, die ik ook in 2005 in dezelfde finale zag, verweerde zich kranig. Zijn show was niet onaardig en een pak beter dan toen, maar hij kon niet optoornen tegen Cannaerts.
Zes beloftevolle komieken maakten onder elkaar uit wie het grootste talent was. Normaal gezien hadden het er zeven moeten zijn maar Vitalski –ja, dat is die kerel die niet van Joyce Van Nimmen kon blijven- gaf verstek. Hij was dubbel geboekt. Velen vroegen zich al af wat iemand met de bekendheid van de Antwerpse nachtburgemeester op een wedstrijd voor aanstormend talent kwam zoeken. Routiné Raf Coppens was al voor de zoveelste keer presentator en opwarmer van dienst. U kan over de man denken wat u wil, maar hij kreeg tussen elke kandidaat de zaal toch even op de knieën.
Han Solo, die ons werd aangekondigd als de eerste extreemrechtse komiek van Vlaanderen werd als eerste voor de leeuwen geworpen. Lachen met vreemdelingen, het zou het hoofdthema van de avond worden. Uwamungu Cornelis –die u allicht niet kent uit Kaat&Co- is zelf zwart en dreef dan maar de spot met zichzelf en het eeuwenoude cliché van de flink geschapen neger. Vijf van de zes finalisten spraken ook iemand in het publiek aan. Zelden kwam daar iets grappig uit voort. Kappen daarmee.
De zwakste comedian was duidelijk Koen Dewulf, wiens grappen niet altijd aansloegen. Tegen het einde van zijn optreden verzonk de zaal in gepraat en geroezemoes. Groot was dan ook het contrast met favoriet Bart Cannaerts, die eerder dit jaar als eerste Belg in Nederland de Culture Comedy Award in de wacht sleepte. Meer dan dertig seconden had Cannaerts niet nodig om de zaal muisstil te krijgen. Het overdonderend applaus dat hem deel was, maakte toen al duidelijk wie de winnaar van de avond was. Dat was ook Raf Coppens niet ontgaan. De onfortuinlijke Roel Steeno, die ik ook in 2005 in dezelfde finale zag, verweerde zich kranig. Zijn show was niet onaardig en een pak beter dan toen, maar hij kon niet optoornen tegen Cannaerts.
DDT
Gisteren te lezen op de webstek van De Standaard:
“VRT-televisiegezicht Martine Tanghe krijgt volgend jaar een eigen programma. Het zou gaan om een 'breed programma' waarin onder meer aandacht besteedt wordt aan consumentenzaken.”
Inderdaad, aandachtige lezer, een kemel van een dt-fout. Het heeft twee tot drie uur geduurd voor het euvel van de site verwijderd werd.
Waarom wij en getrainde professionals nog dt-fouten maken onderzocht het maandblad Klasse deze week.Volgens professor Dominiek Sandra van de Universiteit Antwerpen heeft het alles te maken met ons gigantisch woordgeheugen. Dat slaat woorden die we lezen op in ons brein. Woorden die we meer lezen, worden beter ingeprent en komen sneller naar boven. Herhaald komt in onze spelling vaker voor dan herhaalt en dus zullen we sneller geneigd zijn om hij herhaald te schrijven. Het gaat als het ware om een reflex. Als u een dt-fout maakt, bent u daarom nog geen beroerde speller.
Maar volgens wetenschappelijk medewerker Els Hendrickx van de K.U.L. is het vooral een kwestie van attitude. Als leerlingen of volwassenen echt aandacht aan hun spelling besteden, maken ze vaak veel minder fouten. In een sollicitatiebrief zal iemand zelden een dt-fout maken. Op een vakantiekaartje of brief des te vaker. De context doet dus veel.
Vraag blijft of correct spellen belangrijk is. Mensen communiceren steeds vaker op een losse manier met elkaar. SMS, MSN en mail staan niet zelden vol met fouten. Maar dat zijn dan ook vluchtige communicatiemiddelen. Vandaag geschreven, morgen vergeten. Bovendien heeft elke computer vandaag een spellingscorrector. Moet er dan nog zoveel nadruk gelegd worden op spelling?
“VRT-televisiegezicht Martine Tanghe krijgt volgend jaar een eigen programma. Het zou gaan om een 'breed programma' waarin onder meer aandacht besteedt wordt aan consumentenzaken.”
Inderdaad, aandachtige lezer, een kemel van een dt-fout. Het heeft twee tot drie uur geduurd voor het euvel van de site verwijderd werd.
Waarom wij en getrainde professionals nog dt-fouten maken onderzocht het maandblad Klasse deze week.Volgens professor Dominiek Sandra van de Universiteit Antwerpen heeft het alles te maken met ons gigantisch woordgeheugen. Dat slaat woorden die we lezen op in ons brein. Woorden die we meer lezen, worden beter ingeprent en komen sneller naar boven. Herhaald komt in onze spelling vaker voor dan herhaalt en dus zullen we sneller geneigd zijn om hij herhaald te schrijven. Het gaat als het ware om een reflex. Als u een dt-fout maakt, bent u daarom nog geen beroerde speller.
Maar volgens wetenschappelijk medewerker Els Hendrickx van de K.U.L. is het vooral een kwestie van attitude. Als leerlingen of volwassenen echt aandacht aan hun spelling besteden, maken ze vaak veel minder fouten. In een sollicitatiebrief zal iemand zelden een dt-fout maken. Op een vakantiekaartje of brief des te vaker. De context doet dus veel.
Vraag blijft of correct spellen belangrijk is. Mensen communiceren steeds vaker op een losse manier met elkaar. SMS, MSN en mail staan niet zelden vol met fouten. Maar dat zijn dan ook vluchtige communicatiemiddelen. Vandaag geschreven, morgen vergeten. Bovendien heeft elke computer vandaag een spellingscorrector. Moet er dan nog zoveel nadruk gelegd worden op spelling?
woensdag 28 november 2007
Bad Sex Awards
Het Britse tijdschrift Literary Review deelt elk jaar een prijs uit voor de slechtste sekspassage die dat jaar in een roman terechtkwam. De winnaar dit jaar was de onlangs overleden Norman Mailer. Hij kreeg de prijs voor een passage uit zijn roman The Castle and The Forest. In dat boek wordt over het mannelijk hoofdpersonage verteld dat hij ‘zacht is als een bobijn van uitwerpselen’. Dit fragment deed de jury helemaal overstag gaan: ‘His mouth lathered with her sap, he turned around and embraced her face with all the passion of his own lips and face, ready at last to grind into her with the Hound, drive it into her piety.’
Maar ook de andere genomineerden schotelden de jury pareltjes voor.
Uit Girl Meets Boy van Ali Smith:
We were tangled in each other’s arms . . . Her hand opened me. Then her hand became a wing. Then everything about me became a wing . . . a bird that could sing Mozart
Uit Apples van Richard Milward
She had on no knickers, and my heart went crash-bang-wallop and my eyes popped out. She hadn't shaved, and her fanny looked like a tropical fish or a bit of old carpet. Her cunt smelt a bit like an armpit, and when I pulled the lips open I knew I'd have to shut them numerous times or else I'll die of Aids or I'd fall into it.
Uit The Stone Gods van Jeanette Winterson
Why am I embarrassed about taking off my clothes right in front of a robot? She is smiling, just a little bit, as though she knows her effect.
To calm myself down and appear in control I reverse the problem. 'Spike, you're a robot, but why are you such a drop-dead gorgeous robot?'
She answers simply: 'They thought I would be good for the boys on the mission.'
I'm assuming you're not talking sexual services here.'
'What else is there to do in space for three years?'
'But inter-species sex is illegal.'
'Not on another planet it isn't. Not in space it isn't.' ...
'So you had sex with spacemen for three years?'
'Yes. I used up three silicon-lined vaginas.' ...
Uit Absurdistan van Gary Shteyngart
"You wanna pop me?" she said. This must have been some new-fangled youth term. The verb "to pop."
"I wanna bust a nut inside you, shorty," I said. "I wanna make you sweat, boo. Let's do this thing."
I'd like to say that she stepped out of her jeans, but in truth it took a while to maneuver two large dimpled buttocks and the accompanying vaginal wedge out of the hard shell of her Miss Sixty denims. We huffed and sweated; I had her hanging off the edge of the bed while I gripped the cuffs of her jeans; I nearly pulled a groin muscle getting her naked; but through it all I stayed hard, a testament to how much I wanted her.
…
"Yeah," I said, "I'm fucking you, boo," but the words did not convince me. "I'm busting my nut tonight," I sang.
"My pussy fills so tight," she sang back in perfect ghetto English.
"Ouch," I said. She was crushing my pubic bone, grinding into it. "Ouch," I repeated. "Baby doll ... ouch."
"Just a minute, pops," she said. "Just give me a minute. Do me right. Just like that."
"Move up a little," I said. "Move up. It hurts. My bone."
"Just ... like ... that," she said.
"My bone hurts," I said. "I'm losing it."
"AW," she shouted. "FUCK ME." She leaned back. I slipped out. Her thighs trembled before me, and I felt a warm, abundant liquid spreading on my own thighs, not sure which of us had issued it. My bedroom was filled with the smell of asparagus and related greenery.
Maar ook de andere genomineerden schotelden de jury pareltjes voor.
Uit Girl Meets Boy van Ali Smith:
We were tangled in each other’s arms . . . Her hand opened me. Then her hand became a wing. Then everything about me became a wing . . . a bird that could sing Mozart
Uit Apples van Richard Milward
She had on no knickers, and my heart went crash-bang-wallop and my eyes popped out. She hadn't shaved, and her fanny looked like a tropical fish or a bit of old carpet. Her cunt smelt a bit like an armpit, and when I pulled the lips open I knew I'd have to shut them numerous times or else I'll die of Aids or I'd fall into it.
Uit The Stone Gods van Jeanette Winterson
Why am I embarrassed about taking off my clothes right in front of a robot? She is smiling, just a little bit, as though she knows her effect.
To calm myself down and appear in control I reverse the problem. 'Spike, you're a robot, but why are you such a drop-dead gorgeous robot?'
She answers simply: 'They thought I would be good for the boys on the mission.'
I'm assuming you're not talking sexual services here.'
'What else is there to do in space for three years?'
'But inter-species sex is illegal.'
'Not on another planet it isn't. Not in space it isn't.' ...
'So you had sex with spacemen for three years?'
'Yes. I used up three silicon-lined vaginas.' ...
Uit Absurdistan van Gary Shteyngart
"You wanna pop me?" she said. This must have been some new-fangled youth term. The verb "to pop."
"I wanna bust a nut inside you, shorty," I said. "I wanna make you sweat, boo. Let's do this thing."
I'd like to say that she stepped out of her jeans, but in truth it took a while to maneuver two large dimpled buttocks and the accompanying vaginal wedge out of the hard shell of her Miss Sixty denims. We huffed and sweated; I had her hanging off the edge of the bed while I gripped the cuffs of her jeans; I nearly pulled a groin muscle getting her naked; but through it all I stayed hard, a testament to how much I wanted her.
…
"Yeah," I said, "I'm fucking you, boo," but the words did not convince me. "I'm busting my nut tonight," I sang.
"My pussy fills so tight," she sang back in perfect ghetto English.
"Ouch," I said. She was crushing my pubic bone, grinding into it. "Ouch," I repeated. "Baby doll ... ouch."
"Just a minute, pops," she said. "Just give me a minute. Do me right. Just like that."
"Move up a little," I said. "Move up. It hurts. My bone."
"Just ... like ... that," she said.
"My bone hurts," I said. "I'm losing it."
"AW," she shouted. "FUCK ME." She leaned back. I slipped out. Her thighs trembled before me, and I felt a warm, abundant liquid spreading on my own thighs, not sure which of us had issued it. My bedroom was filled with the smell of asparagus and related greenery.
dinsdag 27 november 2007
Gedronken
Ze had er al een hele tijd gezeten, maar niemand had haar echt gezien. Ook hij niet. Tijdens de pauze was het altijd erg druk. Tijd om even rond te turen in het café had hij dan zeker niet. Pas nu iedereen zich weer naar binnen had gehaast voor de rest van de vertoning, merkte hij haar op. Van ver was al op te merken dat ze op zijn minst aangeschoten was. Ze sprak al mompelend tegen zichzelf en diende haar eigen gemompel soms van schreeuwerig en verward antwoord. Ze had een gezicht zoals mensen die veel drinken er één hebben. Een tikkeltje uitgemergeld en zware wallen onder de ogen. Haar ogen en mond drukten een soort moedeloosheid uit, alsof ze de hoop om gelukkig te leven jaren geleden had opgegeven. In haar handen een pils. Hij kon zich niet herinneren dat hij die voor haar had uitgeschonken. Allicht had ze het bier van iemand gekregen of had een gehaaste toeschouwer het gerstenat op tafel achtergelaten. Het glas was nog tot het midden gevuld met bier. Halfvol of in haar geval half leeg.
Met een grote zucht richtte ze zich op. Wankel en steun zoekend bij tafels en stoelen, waggelde ze richting uitgang. Het glas, nu leeg, bleef achter op de tafel. Ze kon nauwelijks nog de kracht opbrengen om de eerste deur open te duwen. Bij de tweede deur, die een stuk zwaarder was, liep het helemaal fout. Ze kletste met een smak op de grond. Haar handen boven haar hoofd in een finale poging zich vast te klampen aan de muur. In haar zwarte leren botjes zat een scheur. Hij snelde ter hulp. Pas toen hij over haar heen hurkte, zag hij dat ze blauwe plekken in haar aanzicht vertoonde. Geslagen door een man voor wie liefde een rekbaar begrip was geworden. Of ze zich wel goed voelde, vroeg hij. Ze keek hem onverschillig aan met een lege blik in haar ogen. Hij nam haar voorzichtig bij de arm en zette haar terug recht. Tijdens die handeling had hij duidelijk littekens op haar polsen gezien. Op elke arm meer dan vijf krassen als herinnering aan evenveel pogingen het leven vaarwel te zeggen. “Voelt u zich wel goed mevrouw,” hoorde hij zichzelf opnieuw zeggen. Ditmaal staarde ze diep in zijn ogen. Een antwoord kwam er niet. Haar blik vertelde genoeg.
Ze rukte zich langzaam en weemoedig los en zette haar weg voort. Nauwelijks drie passen verder vloog ze opnieuw tegen de grond. Voor er enige hulp was toegesneld, hees ze zichzelf weer naar omhoog. Lang duurde die opwakkering van zelfvertrouwen niet, want nog voor ze van het paadje naar de stoep geraakte, ging ze voor de derde keer neer. Ditmaal bewoog ze niet meer.
Binnen aan het raam, stond een klein kereltje. Plasdrang had de kleuter van het optreden naar het toilet gejaagd. En nu vond het jongetje het spektakel dat buiten werd opgevoerd schijnbaar interessanter. De ambulance snelde toe. De jas die hij over de vrouw had gelegd en de pullover die hij onder haar nek had gestoken, werden door de ambulanciers rustig aan de kant gelegd. Hij ging naar buiten, niet zozeer om zijn spullen terug te krijgen, maar uit een soort plichtsbewustwording. De ambulanciers hadden nauwelijks oog voor hem. Hij raapte de kleren op en zag dat de vrouw die in de ziekenwagen verdween weer bij bewustzijn kwam. Ze keek hem verwijtend aan. Boos dat haar nu ook dit nog moest overkomen. Hij schrok ervan want had even ervoor het vrolijke gevoel gehad dat hij steeds kreeg als hij iemand uit de nood had geholpen.
Hij draaide zich om en stapte weer naar binnen. De jongen aan de ruit keek hem vragend aan. Wat er gebeurd was, wou het mannetje weten. Hij dacht even na. Wat moest hij zo’n kind nu vertellen? “Die mevrouw had teveel pintjes gedronken en voelde zich niet goed,” antwoordde hij. De jongen dacht even over het antwoord na, zette zijn brilletje wat rechter en vroeg: “Drink jij ook soms teveel pintjes?” Hij moest even slikken, glimlachte en zei: “Dat gebeurt wel eens maar niet zo vaak.” Daarmee was zijn vragenhonger even gestild. De jongen zette zijn huppelpasje weer in en verdween in de donkere zaal.
Terug achter de toog, nam hij zijn pint vast, wilde ze aan zijn mond zetten, bedacht zich en goot ze door de gootsteen.
Threadless
Twee designers uit Chicago startten begin 2000 met een fris concept. Een T-shirt-wedstrijd. Elke week stelden ze een ontwerp aan de bezoekers van hun website voor. Die mochten dan beslissen welke creatie het leukst was. De winnaar werd op een T-shirt gedrukt en kon via de website gekocht worden. Het principe werd later uitgebreid. De bezoekers konden geld verdienen door zelf een ontwerp in te sturen. Ook door reclame te maken bij vrienden viel er geld te rapen en door een foto van jezelf in een gekocht T-shirt te maken kon je ook poen scheppen.
De website werd een enorm succes en vandaag zijn er meer dan 300.000 bezoekers ingeschreven. Elke week worden er vier tot zes T-shirts ontworpen en gekozen uit meer dan 600 ingestuurde creaties.
Deze week zijn er kerstsolden bij Threadless. En aangezien de Dollar ook al zo laag staat, is dat de uitgelezen kans voor u om uw oude vodden door een blits design te vervangen.
zondag 25 november 2007
Topless in Sweden
Zweden leven dicht bij de natuur. Naturisme hoort daar voor vele Zweden bij. Naakt aan een meer liggen of rondlopen, is voor hen doodnormaal. Tijdens onze vakantie in Sverige leek het wel alsof de naaktlopers zich hier en daar tactisch hadden opgesteld om ons dat duidelijk te maken. In Stockholm stond een kerel in zijn blote zwiebel naar de toeristenboten te zwaaien, ook onderweg zagen we af en toe eens iemand zonder kleren en A-J. T. bleef ook niet geheel zonder reden uren in de struikjes op zijn surfplank liggen. Enjoying the view…
Zweedse dames gaan ook topless zwemmen in het zwembad in de buurt. Een poosje geleden werden twee jonge Zweedse vrouwen door een redder uitgescholden voor hoer omdat ze zonder topje aanhet zwemmen waren in het stedelijk zwembad van Uppsala. (halfnaakte Zweedse jonge vrouwen in een zwembad in een stadje dat Uppsala heet… allen daar heen) De dames weigerden hun boezem te bedekken en werden door de redder uit het zwembad gezet. Dat zorgde meteen voor een grote rel in het land van Pipi Langkous. Een heleboel feministen maakten gewag van discriminatie en richtten een protestvereniging op, onder de titel: Bara Bröst, wat staat voor blote borst en gewoon borst. De dames eisen dat de borsten niet langer tot de vrouwelijke genitaliën gerekend worden. Ze willen overal waar mannen met blote borst mogen rondlopen hetzelfde recht. De vrouwen doen nu systematisch alle zwembaden aan en gaan daarbij ostentatief halfnaakt rondzwemmen en lopen. Eind deze maand moet de ombudsman voor gelijke kansen een oordeel vellen. De tegenstanders halen drie reden aan waarom de golvingen van de dames achter doek moeten: veiligheid, hygiëne en propere manieren. Waar zijn ze bang van? Dat ze een tiet in hun oog gaan krijgen? Of dat er een plastieken meloen in het water zal lekken? Of dat iedereen bij het zien van een tepel moord en brand schreeuwt?
woensdag 21 november 2007
Donna
Ik walg van hun opgeklopte en gemaakte vrolijke sfeer. Ik moet overgeven bij het horen van hun misselijkmakende jingels. En over de muziek valt ook weinig goeds te vertellen. Maar dit is een leuk mopje van onze vrienden van radio Donneo. Nu ze Dave Peeters binnengehaald hebben, wordt de verkeersinformatie in de wagen ook weer door een aangename warme stem voorgelezen.
dinsdag 20 november 2007
Au même temps à Zaventem
Een kort bezoekje aan het gemeentehuis van Zaventem heeft de illusie dat de Franstalige inwoners van de rand wel degelijk hun best willen doen om Nederlands te spreken alvast een pak kleiner gemaakt. Terwijl ik aan het ene loket mijn administratieve puinhoop door de middeleeuws aandoende ambtenarenmolen haal, neemt aan het andere loket driemaal een andere Franstalige klant plaats. Geen enkele keer start de Zaventemenaar zijn gesprek in het Nederlands. Nochtans is het gemeentehuis vergeven van de folders, prentjes, flyers, affiches en ander promomateriaal die onze anderstalige vrienden er toe moeten aanzetten hun Nederlands hier te gebruiken en oefenen.
Wanneer de ambtenaar van dienst steevast in het Nederlands antwoordt –dat is wettelijk verplicht- geraakt één van de Franstaligen opgewonden en begint hij nog nadrukkelijker en luider Frans te spreken. Opvallend is dat de drie allen wel begrijpen wat er hen gevraagd of gezegd wordt, maar blijkbaar te lui zijn om in het Nederlands te antwoorden. Nochtans volstaat kennis niveau lagere school voor dit gesprek: dank u, alstublieft, goedemorgen, hoe zit dat, wat heb ik daarvoor nodig, en moeilijker: identiteitskaart.
Ook de toestand van de plaatselijke middenstand is niet meteen hoopgevend. Toen ik onlangs mijn schoenen, die een nieuwe hiel nodig hadden, ging ophalen bij Mister Minit, verstond de man achter de toonbank geen woord Nederlands. Zelfs het woord schoen deed bij hem geen belletje rinkelen. Op het rek achter hem stonden gemakkelijk 100 exemplaren. Maar goed, ik had die schoenen nodig en kon na drie Nederlandstalige pogingen moeilijk over de toonbank springen. Dus ben ik noodgedwongen op het Frans overgeschakeld. Mijn volgende schoenen zal ik laten maken bij de Griekse schoenmaker in de buurt van het station, die –zij het stuntelig- wel een poging tot Nederlands doet.
Wanneer de ambtenaar van dienst steevast in het Nederlands antwoordt –dat is wettelijk verplicht- geraakt één van de Franstaligen opgewonden en begint hij nog nadrukkelijker en luider Frans te spreken. Opvallend is dat de drie allen wel begrijpen wat er hen gevraagd of gezegd wordt, maar blijkbaar te lui zijn om in het Nederlands te antwoorden. Nochtans volstaat kennis niveau lagere school voor dit gesprek: dank u, alstublieft, goedemorgen, hoe zit dat, wat heb ik daarvoor nodig, en moeilijker: identiteitskaart.
Ook de toestand van de plaatselijke middenstand is niet meteen hoopgevend. Toen ik onlangs mijn schoenen, die een nieuwe hiel nodig hadden, ging ophalen bij Mister Minit, verstond de man achter de toonbank geen woord Nederlands. Zelfs het woord schoen deed bij hem geen belletje rinkelen. Op het rek achter hem stonden gemakkelijk 100 exemplaren. Maar goed, ik had die schoenen nodig en kon na drie Nederlandstalige pogingen moeilijk over de toonbank springen. Dus ben ik noodgedwongen op het Frans overgeschakeld. Mijn volgende schoenen zal ik laten maken bij de Griekse schoenmaker in de buurt van het station, die –zij het stuntelig- wel een poging tot Nederlands doet.
De menselijke magneet
Blijf nog even plakken zeiden ze
Borden, vorken, lepels, strijkijzers, planken… alles kleeft aan Aurel Raileanu. De Roemeen heeft de gave om tientallen voorwerpen aan zijn lichaam te laten hangen. Het heeft hem de bijnaam de menselijke magneet opgeleverd. De 40-jaar oude vrijgezel weet niet vanwaar zijn opmerkelijk talent komt. Ook dokters en wetenschappers hebben geen enkele verklaring maar erkennen wel dat de man over vreemde krachten beschikt. Bij de dokter komt Raileanu trouwens zelden: “Als hij zijn stethoscoop op mijn borst zet, krijgt hij die niet meer los!”
De huid van onze handen is speciaal voorzien om dingen vast te nemen. Daarom is die iets kleveriger. Bij de Roemeen zou zijn gehele huid uit een straffe variant gemaakt zijn. Zo luidt de meest waarschijnlijke hypothese. Om sceptici de mond te snoeren, kleefde Raileanu onlangs zonder gebruik van touwen, lijm of eender wat een televisietoestel van 25 kg. op zijn borst. Hij gebruikt zijn gave nu om mensen doormiddel van zijn magnetisch veld te genezen. Raileanu is niet de eerst menselijke magneet. Op een samenkomst van mensen met paranormale gaven in Bulgarije, meldden zich een 300-tal magneten aan. Één vrouw verdiende zelfs de kost in een freakshow. Ze kleefde de objecten op haar lijf en liet ze dan dansen op de tonen van de muziek. Mensen die de Roemeen willen contacteren gaan best tot aan zijn deur want: “Een GSM kan ik niet gebruiken, die blijft aan mijn hoofd kleven.“
Plaatsen waar Raileanu beter wegblijft: het circus tijdens de act van de messenwerper, het plaatselijk café tegen sluitingstijd en spoorrails.
Borden, vorken, lepels, strijkijzers, planken… alles kleeft aan Aurel Raileanu. De Roemeen heeft de gave om tientallen voorwerpen aan zijn lichaam te laten hangen. Het heeft hem de bijnaam de menselijke magneet opgeleverd. De 40-jaar oude vrijgezel weet niet vanwaar zijn opmerkelijk talent komt. Ook dokters en wetenschappers hebben geen enkele verklaring maar erkennen wel dat de man over vreemde krachten beschikt. Bij de dokter komt Raileanu trouwens zelden: “Als hij zijn stethoscoop op mijn borst zet, krijgt hij die niet meer los!”
De huid van onze handen is speciaal voorzien om dingen vast te nemen. Daarom is die iets kleveriger. Bij de Roemeen zou zijn gehele huid uit een straffe variant gemaakt zijn. Zo luidt de meest waarschijnlijke hypothese. Om sceptici de mond te snoeren, kleefde Raileanu onlangs zonder gebruik van touwen, lijm of eender wat een televisietoestel van 25 kg. op zijn borst. Hij gebruikt zijn gave nu om mensen doormiddel van zijn magnetisch veld te genezen. Raileanu is niet de eerst menselijke magneet. Op een samenkomst van mensen met paranormale gaven in Bulgarije, meldden zich een 300-tal magneten aan. Één vrouw verdiende zelfs de kost in een freakshow. Ze kleefde de objecten op haar lijf en liet ze dan dansen op de tonen van de muziek. Mensen die de Roemeen willen contacteren gaan best tot aan zijn deur want: “Een GSM kan ik niet gebruiken, die blijft aan mijn hoofd kleven.“
Plaatsen waar Raileanu beter wegblijft: het circus tijdens de act van de messenwerper, het plaatselijk café tegen sluitingstijd en spoorrails.
maandag 19 november 2007
Zee
Eens ik de kaap van veertien jaar gepasseerd was, heb ik het nooit nog gehad voor de kust. Ik hou niet van zand tussen mijn tenen, noch van een zoute smoel. Gocarts zijn niet aan mij besteed, de drukte op dijk en strand nog veel minder. Als ik tijdens het hoogseizoen uitzonderlijk in de buurt van de zee vertoef, wil ik er al na 24 uur weg. Jengelende kinderen, vrouwen wiens vergunning voor het dragen –of niet dragen- van een monokini al tientallen jaren moest ingetrokken zijn, luidruchtige Nederlanders, de ene handdoek naast de andere geen minuut stilte…
De laatste drie dagen was ik alweer in de buurt van de grote zoute plas. Er even tussenuit met de misses en J & N. Groter kan het contrast met de druk bevolkte zomermaanden haast niet zijn. De streek lijkt wel verlaten. Meer dan de helft van de winkels en restaurants zijn gesloten. In de restaurants die wel open zijn is het voor één keer fijn tafelen. Het personeel is er vriendelijk, heeft tijd genoeg en alles verloopt volgens wens. Op het strand is hier en daar iemand te bespeuren, en iedereen houdt er zijn kleren aan. Even tot rust komen, lucht opsnuiven…
De laatste drie dagen was ik alweer in de buurt van de grote zoute plas. Er even tussenuit met de misses en J & N. Groter kan het contrast met de druk bevolkte zomermaanden haast niet zijn. De streek lijkt wel verlaten. Meer dan de helft van de winkels en restaurants zijn gesloten. In de restaurants die wel open zijn is het voor één keer fijn tafelen. Het personeel is er vriendelijk, heeft tijd genoeg en alles verloopt volgens wens. Op het strand is hier en daar iemand te bespeuren, en iedereen houdt er zijn kleren aan. Even tot rust komen, lucht opsnuiven…
woensdag 14 november 2007
Down the line
De nieuwe van José Gonzalez, die anders dan zijn naam zou doen vermoeden uit het koude Zweden afkomstig is, staat hier al een poosje op het schap te blinken. Na Heartbeats van The Knife pakt hij op zijn nieuwe plaat nu op boeiende wijze Teardrop van Massive Attack aan. Maar ook eerste singel Down the Line mag er zeker zijn. Greg Dulli die u nog kent als frontman van The Afghan Wigs en die momenteel op tournee is met zijn huidige band Twilight Singers, pikte het nummer onlangs op tijdens een show in New Orleans. Hij zette de straffe versie een paar dagen later op zijn myspace. Greg Dulli en de Twilight Singers zijn trouwens verplicht in de gaten te houden voor ieder zichzelf respecterende muziekliefhebber.
Dit is de originele versie.
En hier Dulli aan het werk.
Dit is de originele versie.
En hier Dulli aan het werk.
dinsdag 13 november 2007
Haat als levensmotto
“God haat iedereen en stuurt iedereen naar de hel”
‘God vermoordde jouw kind, je zoon is in de hel,’ het zijn enkele kreten die leden van de Westboro Baptist Church (WBC) de familie van de in Irak overleden soldaat Matthew Snyder tijdens diens begrafenis naar het hoofd slingerden. Zijn vader trok naar de rechtbank en WBC werd veroordeeld. “Denk maar niet dat God nu zal stoppen jullie G.I. Joe uitschot te vermoorden,” was hun reactie.
‘Homoseksualiteit is de grootste zonde die er is. God haat flikkers niet omdat het flikkers zijn. Het zijn flikkers omdat hij ze haat. Alles wat er in de Verenigde Staten fout loopt, is een straf van God voor de lakse houding van ons land tegenover flikkers.’ Tot daar de theorie van de Westboro Baptist Church, een niet erkende geloofsgemeenschap uit Topeka in Kansas. Grondleggers van de WBC, zijn de familie Phelps. Ze maken het grootste deel uit van de 71 leden. Al meer dan vijftien jaar houdt de groep protestacties tegen de oprukkende homoseksualiteit in de Verenigde Staten en in de wereld. Ze gaan daarbij niet meteen subtiel te werk.
Baas in eigen stad
Founding father van de WBC is Fred Phelps. Hij denkt dat hij een profeet is van God op aarde. ‘En net als alle profeten in hun tijd, word ik door alle mensen gehaat.’ De Phelps begonnen hun protestacties in hun eigen stadje. In een kleine eetzaak in Topeka werkte een vrouw waarvan Phelps vermoedde dat ze lesbische was. Daarom trokken ze elke dag naar het restaurant om er met grote spandoeken – God haat flikkers, God haat jou- luidkeels te gaan protesteren. De directie wou niet toegeven, maar na twee jaar hadden de klanten stilaan genoeg van de moord en brand schreeuwende herrieschoppers en ging de zaak failliet. Slag thuis voor de Phelps, die ook weer wat meer vrije tijd hadden.
Tegenstand kennen de Phelps in hun eigen stad niet. Topeka bestaat niet uit 120.000 homofobe extremisten, maar niemand durft er kritiek op de WBC te uiten. Wie dat wel openlijk doet, riskeert een driedelige aanval. Tegen opponenten wordt sowieso een rechtzaak aangespannen. Fred Phelps is zelf gewezen advocaat en ook elf van zijn dertien kinderen hebben een diploma Rechten. Daarnaast zijn er de zogenaamde pickets best te vergelijken met een stakerspicket, maar dan bemand door extreme homohaters. De Phelps schrikken er niet voor terug om jarenlang voor iemands deur te gaan betogen. Het laatste en meest gevreesde middel om tegenstand in de kiem te smoren, zijn de mails en faxen met roddels. De Phelps sturen dagelijks honderden mails en faxen over het privéleven van hun tegenstanders naar overheid en media. Meestal gaat het over ongefundeerde leugens. Maar ook die missen hun effect niet. Zo was er een Schepen die openlijk kritiek op de WBC uitte. Phelps schreef in zijn fax dat de vrouw een slet en een hoer was, die tientallen mannen uit de omgeving neukte. Om zijn stelling kracht bij te zetten, faxte hij ook haar bloedgegevens door. Het bloed van de vrouw bevatte CRP, wat kan duiden op een seksueel overdraagbare aandoening. Van de roddels werd niets bewezen, maar de vrouw werd niet herkozen en stapte uit de politiek.
9/11, Aids, Katrina, Irak
De Phelps beperkten zich niet tot hun eigen omgeving en trokken naar allerlei samenkomsten van de holebigemeenschap. Dit tot groot ongenoegen van de aanwezigen. Zo moest de WBC tijdens protesten tegen de gay parade enkele malen gered worden door de politie. Bij een actie tegen een lesbisch huwelijk, werden twaalf leden van de WBC bijna aangevallen door 1.500 tegenstanders.
Ook begrafenissen van Aidsslachtoffers –homoseksueel of niet- werden geliefkoosde doelwitten van de WBC. Volgens hen is de ziekte Aids een straf van God voor homoseksualiteit. Maar niet alleen Aids, zowat alles is een straf van God voor de lakse houding van de Verenigde Staten tegenover anders geaarden. Zo trokken leden van de WBC onmiddellijk na 9/11 naar de WTC-torens om er te gaan verkondigen dat deze aanslag het werk van God was omdat God Amerika haat. ‘God vermoordde deze mensen. Hij keek ze recht in de ogen, lachte ze uit en stuurde ze naar de hel.’ Dat waren de exacte woorden van Fred Phelps. Het mag niet verbazen dat zelfs de meest rechtse conservatieven in de V.S. de WBC als verderfelijk beschouwen.
Na de orkanen Katrina en Rita verkondigde Fred Phelps dat de orkanen het antwoord van God waren voor de gebeden van de heiligen van de WBC. Even dacht Phelps zelfs dat eindelijk de Apocalyps was begonnen. Bij die Apocalyps zullen volgens hem de leden van zijn Kerk als getuigen worden opgeroepen. Advocaten zijn allicht niet toegestaan.
Tenslotte is ook de oorlog in Irak een uitgekookte straf van God omdat het leger homoseksuelen niet onmiddellijk executeert. Dus trekken de Phelps naar begrafenissen van soldaten om daar met kleurrijke pamfletten en leuzen hun ongenoegen te uiten. ‘Dank u God voor Irak, Dank u God voor dode soldaten’.
De vader van een gesneuvelde soldaat won onlangs een proces dat hij tegen de WBC aanspande. De kerk werd veroordeeld voor schending van de privacy en het toebrengen van emotionele schade. De Phelps moeten daarvoor 9,5 miljoen euro ophoesten. De WBC gaat in hoger beroep en is geenszins van plan de protesten daarom te staken. Ze zijn net dankbaar voor alle publiciteit die ze dankzij deze veroordeling kregen.
Haat katholieken, Zweden, Joden, Ieren,…
Op de haatlijst van Fred Phelps staan niet alleen homoseksuelen. Ook voor Joden heeft hij geen goed woord over. ‘Homoseksuelen en Joden, domineerden Nazi-Duitsland, net zoals ze dat vandaag met de V.S. doen. Pas op! Joden hebben Jezus vermoord en hun eigen profeten. De Amerikaanse Joden zijn de echte Nazi’s.’
Volgende op de lijst is de katholieke Kerk. ‘De katholieke Kerk is het grootste pedofiele netwerk ter wereld. Als de dag des oordeels komt, zal iedereen die ooit deel uitmaakte van deze organisatie, van paus tot priester naar de hel verhuizen.’ Dat wordt drummen.
In 2003 richtte hij zijn pijlen op Ierland. ‘Een roze verderfelijk en verdoemd eiland. Vergiftigd met potten en flikkers in elke rang van de bevolking. Kerken en kloosters in Ierland zijn plaatsen van orgie gevuld met zondige duivels.’ In Ierland werden uitspraken van Phelps over homoseksuele politici als belachelijk onthaald.
En ook Zweden moet het ontgelden. Dat land is veel te progressief. Het grote aantal Zweedse doden bij de aardbeving in de Indische Oceaan in 2004 is volgens Phelps een waarschuwing van God voor Zweden.
Maar Phelps werpt ook soms een bloemetje naar wie het goed doet. Saddam Hussein bijvoorbeeld kreeg van Phelps een brief waarin hij hem feliciteerde omdat Irak –volgens Phelps- het enige moslimland was waar Christenen zo vrij konden zijn. De liefde tussen beide heren was zo groot –pun intended- dat Phelps een delegatie van de WBC naar Irak stuurde. De WBC leden stonden in de straten van Bagdad tegen de V.S. te protesteren. Ze hadden het vooral niet voor Bill en Hillary Clinton en anale seks en allicht ook niet voor de combinatie. Zo graag zag Phelps Saddam ook niet. de dag nadat hij werd opgehangen vertelde Phelps in een video dat Saddam en Gerald Ford –die dezelfde week overleed- nu samen in de hel zaten.
De steel van een pikhouweel
Reporters die de familie Phelps volg(d)en getuigen dat ze, naast hun extreme standpunten ogenschijnlijk normaal zijn. Ze zijn sympathieke buren, spelen met hun kinderen, hebben allemaal gestudeerd, beschikken over een bloeiende carrière, het lijken wel modelburgers. Waar komt die scherpe haat dan vandaan? Zeker is dat vader Phelps de bepalende factor is.
Op 21-jarige leeftijd protesteerde hij al op de universiteit tegen kussen in het openbaar en de lust van het vlees. In de jaren 60 was dat geen goed idee. Phelps werd door de studenten van de campus verjaagd.
Een paar jaar later was hij pastoor in een kleine kerk in Tuscon. Tijdens één van zijn strenge preken, stopte een kleine kleuter niet met wenen. Phelps kwam van zijn preekgestoelte en sloeg de kleuter in het gezicht. Hij werd prompt uit de kerk ontslagen.
Maar ook binnen zijn eigen familiekring schuwde hij geweld niet. Zonen Mark en Nate, die zich van de familie afgekeerd hebben, deden in 2000 hun verhaal. De zonen werden herhaaldelijk afgeranseld met de steel van een pikhouweel, net iets breder dan een baseballbat. Meestal troefde Phelps twee kinderen tegelijk af. Het ene kind kon dan toekijken hoe het andere geslagen werd. ‘Je wist nooit wanneer hij klaar was. Hij werkte met intervallen. Hij sloeg je tien keer en begon dan met je broer. Even later was jij aan de beurt.’ De school van de jongens diende vaak klacht in tegen hun vader, maar die dreigde met processen tegen de school en beweerde dat zijn kinderen op school geslagen werden. Als zevenjarige hief Phels Nate op aan zijn handen en stampte hem met zijn knie in de buik tot het kind buiten westen geraakte.
Moeder Phelps werd niet gespaard. Hij scheerde ze ooit helemaal kaal omdat hij vond dat haar kapsel niet perfect zat. Toen Mark twaalf was, werd zijn moeder door Phelps van de trap geduwd. Ze scheurde de ligamenten van haar schouder en de dokter raadde een operatie aan. Phelps weigerde en de moeder kan haar schouder vandaag nog niet goed gebruiken. Bovendien maakte Phelps duchtig gebruik van de schouder wanneer hij haar fysiek wou aanpakken.
Volgens Mark en Nate is vader nu te oud om zijn agressie op zijn familie uit te werken. Hij heeft zijn familie nodig. Daarom richt hij zijn pijlen op anderen.
“Het grootste misverstand,” zegt Phelps, “is dat God van iedereen houdt. God haat iedereen en stuurt iedereen naar de hel. Enkel wij kunnen ons nog redden.”
Abonneren op:
Posts (Atom)