Terwijl u allen in grote getale het Vlaams karakter van de rand rond Brussel al wandelend manifesteerde, bracht ondergetekende het weekend door aan de andere kant van de taalgrens. In het, door nagenoeg iedereen, met clichés overladen Wallonië, meer bepaald in Vielsalm.
Klantvriendelijkheid, een sympathieke glimlach en enige kennis ter zake mag men in de regio rond Vielsalm van mensen in de toeristische sector kennelijk niet verwachten. Het lijkt wel of er in personeelsadvertenties gevraagd wordt naar een zo nors mogelijke smoel en boertig mogelijk taaltje. Op de meeste plaatsen waar wij enige info trachtten te bekomen, gaf men niet thuis, had men weinig zin om te antwoorden of wist men van toeten nog blazen.
Verrassend en ontnuchterend -dat laatste vooral in het geval van de brouwerij van Achouffe- was ook dat vele zaken op zaterdagnamiddag, in het hoogseizoen, gesloten bleven. Of de Walen lui zijn, kan ik u niet vertellen. Dat Nederlanders gierig zijn, werd evenwel nog eens bewezen toen we het dorpje La Roche aandeden. (Om de dames te plezieren stond daar een bezoek aan een –open- pottenbakkersmuseum op het programma.) Het hele centrum was er ingenomen door een wielerwedstrijd. Resultaat: de hele omgeving ingenomen door campingcars en alle parkeerplaatsen bezet. Alle parkeerplaatsen? Neen, één plekje bleef dapper weerwerk bieden; de betaalparking. Daar kon je alleen andere nationaliteiten terugvinden.
Verdere verhalen en anekdotes hou ik wegens soms compromitterend liever voor besloten familiekring. Wie één en ander echter eens met eigen ogen wil aanschouwen kan dat hier.
maandag 3 september 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten