vrijdag 9 november 2007

François van Hoobrouck d'Aspre

We zijn in een oorlogtoestand. Ik ben voorstander van het principe "oeil pour oeil, dent pour dent" en ik zal in principe en in de realiteit al de maatregelen nemen en voorbereiden om dus ons verdedigen met alle maatregelen die noodzakelijk zijn. Ik zie niet voor welke reden in dit geval moet ik ook respecteren de Vlaamse wetgeving op zichzelf.

François van Hoobrouck d'Aspre, burgemeester van mijn thuisgemeente Wezembeek-Oppem
Nu moet ik bekennen dat ik onmiddellijk wel heel wat redenen zie waarom onze -niet benoemde- burgemeester de Vlaamse wetgeving moet respecteren. Dat Wezembeek-Oppem een Vlaamse gemeente is en dat Vlamingen alleen daarom al hun rechten hebben, laat ik even buiten beschouwing. Dat wij een Vlaamse gemeente zijn, impliceert ook dat onze burgemeester onder de voogdij van de Vlaamse regering opereert. Dat willen we ook nog even vergeten. Maar waar onze burgemeester sowieso niet onderuit kan, is het feit dat al het geld dat hij krijgt uit de Vlaamse portefeuille komt. Hij kan het zich gewoonweg niet permitteren zich niet te houden aan de Vlaamse wetgeving.
De Vlaamse regering kan de geldkraan van onze burgemeester dichtdraaien. Als dat gebeurt, verwacht ik niet dat er nog veel inwoners uit Wezembeek-Oppem achter de man gaan staan. Voor zover dat nu al het geval is, Hoobrouck d'Aspre is één van de minst populaire burgemeesters in Vlaanderen. Bovendien zijn slechts een fractie van mijn dorpsgenoten geïnteresseerd in het politiek gekakel van een stokoude burgervader. Ook zelf moet ik toegeven dat ik de houding van mijn burgemeester minder belangrijk vindt, dan het feit of mijn vuilnisbakken op tijd worden opgehaald, mijn straat er degelijk bij ligt en er een deftig schooltje in mijn dorp is. Zolang dat nog het geval is, kan de burgemeester rustig blatend. Maar wanneer hij geen Vlaams geld meer ontvangt, zal hij ook in eigen dorp de wind van voren krijgen.

Geen opmerkingen: