vrijdag 28 december 2007

Baby's kasteel

Nog zeven weken en hij/zij is er. Tijd om aan de nieuweling zijn kamer te beginnen.
Overdag

's Nachts

woensdag 26 december 2007

Ruigste buurt ter wereld: Vaticaan

Het zal u verbazen, maar de staatsleider die het meeste problemen kent met ordehandhaving op zijn grondgebied, is paus Benedictus XVI. In Vaticaanstad vonden in het jaar 2006, 827 geregistreerde misdaden plaats. Dat komt, met een bevolking van 492 inwoners, neer op meer dan 1,5 gevallen per inwoner. Ter vergelijking, dat is meer dan 20 keer de coëfficiënt in buurland Italië.
Nochtans beschikt het Vaticaan over een veiligheidsdienst waar zelfs een militaristische staat van achterover zou vallen. Er is één Zwitserse Wacht voor elke vier inwoners. Daarenboven zijn er nog museumbewakers en is er de politie die het Vaticaan van Italië krijgt.
Het grootste deel van de misdrijven gaat om pick-pockets en handtassendieven. Niet door rooflustige priesters of kleptomane nonnen, maar door een deel van de 18 miljoen bezoekers die de staat elk jaar over haar grondgebied krijgt.
Slechts tien procent van deze misdaden wordt bestraft. Niet uit Christelijke vergevingsgezindheid, maar omdat ontsnappen naar Italië mits een korte looppas wel erg eenvoudig is. Zelfs wanneer alle dieven gevat zouden worden, zou het Vaticaan er geen plaats voor hebben. De staat beschikt niet over een gevangenissysteem. Gevangenen worden naar Italië overgebracht waar ze hun tijd uitzitten op kosten van het Vaticaan. Enig lichtpuntje: in april 2005 trok Johannes Paulus II enkele weken uit om het tijdelijke voor het eeuwige te ruilen. Ongeveer zes miljoen mensen kwamen dit spektakel bewonderen. Toch werd er geen enkele misdaad gemeld. De huidige paus weet dus wat hem te doen staat.

Kerst

Aaah, de kerstperiode! Een tijd van gezeligheid. Lekker knus bij de familie. En ook onze noorderburen vieren het feest. Op SBS6 volgt een cameraploeg de Rotterdamse wijk Zestienhoven.

Overleden in 2007: Evel Knievel

“Als je nooit pijn hebt gekend, is het slecht met je gesteld”

Evel Knievel liet zijn grafsteen al 33 jaar geleden maken. De wereldberoemde durfal vond spektakel belangrijker dan veiligheid en wou voorbereid zijn wanneer er iets fout liep. Het is een mirakel dat hij nooit tijdens één van zijn stunts om het leven kwam, maar uiteindelijk op 69-jarige leeftijd door een longziekte geveld werd.

Evel Knievel stond tientallen keren in het Guinness Book of World Records. Niet verwonderlijk voor een man die op zijn motor door vuurzeeën reed, boven slangen en leeuwen vloog en over veertien autobussen sprong. Vandaag heeft de Amerikaan nog één vermelding in het boek met wereldrecords. Nooit heeft iemand meer botten gebroken dan Knievel. Maar liefst 430 fracturen liep hij tijdens zijn carrière op. Tientallen keren ging hij onder het mes en probeerden chirurgen hem met pinnen en platen opnieuw in paraatheid te brengen. De vele bloedtransfusies die daarmee gepaard gingen, leverden hem uiteindelijk hepatitis C op. Hij onderging in 1999 een levensreddende levertransplantatie, maar werd even later gediagnosticeerd met suikerziekte en een ongeneesbare longaandoening. Die kon hij dit jaar niet meer de baas.

Evil Knievel
Butte, een klein onderontwikkeld stadje in de staat Montana was de heimat van Robert Craig Knievel. Zijn ouders gingen uiteen toen hij nog klein was en dus werd hij samen met zijn broer door de grootouders opgevoed. Toen hij acht jaar was, ging hij met opa naar een show met autostunts kijken. Knievel was daar zo van onder de indruk dat het zijn hele verdere leven bepaald heeft. Niet veel later sprong hij voor wat geld van vriendjes over vuurtjes.
Op school wilde het niet echt lukken en op zijn zestiende, begon Knievel te werken in de kopermijnen. Hij bediende er eerst een soort boor maar werd letterlijk omhoog gepromoveerd en moest met een zware graafmachine rijden. Toen hij met dat gevaarte een wheelie maakte, belandde hij tegen een grote elektriciteitsleiding. Daardoor zat de hele stad een halve dag zonder stroom en Knievel zonder werk.
Over wat er daarna gebeurde doen veel wilde verhalen de ronde. Knievel zou tal van hold-ups gepleegd hebben. Hij zou verzekeringen aan mentaal gestoorden verkocht hebben. Hij zou zich met behulp van dynamiet toegang verschaft hebben tot de kluis van het gerechtsgebouw Hij zou het Tjechoslowaakse Olympische hockeyteam naar Butte gehaald hebben en er daarna met hun geld vandoor gegaan zijn. Wat er ook van zijn, Knievel kwam in die tijd veel in contact met de arm der wet. Zijn regelmatige aanwezigheid in de gevangenis leverde hem de bijnaam Evil Knievel op.

100 ratelslangen
In 1959 trouwde hij met zijn jeugdliefde Linda Bork. Een jaar later kreeg het koppel een eerste zoon, Kelly. Knievel besefte dat hij op een legale manier geld moest gaan verdienen en startte een jachtbureau. Met de kennis die hij van zijn grootvader had meegekregen, bracht hij minder ervaren jagers tot bij groot wild. De zaken gingen goed tot enkele boswachters opmerkten dat Knievel zijn gasten steevast meenam naar een beschermd wildreservaat. Knievel moest zijn zaak onmiddellijk sluiten.
Ondertussen had hij zich op het motorcrossen toegelegd. Daar verdiende hij niet genoeg geld mee om zijn familie te onderhouden. Uiteindelijk opende hij een motorwinkel voor Honda. Iedereen die hem bij het armworstelen kon aftroeven kreeg er 80 euro korting. Ondanks veel van dit soort acties ging de winkel over de kop. Knievel werd verkoper in een andere motorwinkel, maar verdiende daar erg weinig mee. Daarom besloot hij ter promotie van die motorwinkel zijn eerste stunt uit te voeren.
Voor die stunt deed hij alles zelf. Hij verkocht de tickets, stelde de ramps op, plakte affiches, huurde de zaal en presenteerde de show. Hij zou over twee bergleeuwen en een kist met 100 levende ratelslangen springen. Dat over een afstand van iets meer dan zes meter. Knievel entertainde het publiek eerst met wat motorkunstjes. Daarna nam hij een lange aanloop en vloog met de motor net over de slangen. Aan de reacties van het publiek en het succes van zijn evenement merkte Knievel dat hij iets speciaals ontdekt had. Dat zijn achterwiel bijna in de bak met slangen was blijven steken mocht de pret niet drukken.

Daredevils
Om publiek te blijven trekken, richtte Knievel een bende van motorrijders op. Omdat hij besefte dat ze ook stuntcoördinatoren en veiligheidsmensen zouden nodig hebben, ging hij op zoek naar een sponsor. Een verdeler van motoren wilde hem sponsoren op voorwaarde dat hij de naam van zijn motorbende veranderde van Bobby naar Evil Knievel and His Motorcycle Daredevils. Knievel stemde toe maar bracht een kleine wijziging aan om niet als Hell’s Angel versleten te worden, Evel Knievel was geboren. De eerste twee uur durende show was een overweldigend succes. Knievel reed er door een indrukwekkende vuurzee en liet zich op zijn motor door twee racewagens voorttrekken tot een snelheid van 300 km/h. Voor de tweede show had de stuntman iets nieuws voorzien. Één van zijn collega’s zou in volle vaart op hem komen afgereden. Hij zou dan met zijn benen omhoog over de motorrijder springen. De stunt liep pijnlijk mis. De motorrijder raakte Knievel in het kruis en katapulteerde hem een paar meter verder. Een maand in het ziekenhuis zette hem aan het denken. Voortaan zou hij solo aan het werk gaan. Het eerste wat hij deed nadat men hem uit het ziekenhuis ontsloeg, was terugkeren naar de plaats waar zijn laatste stunt gefaald was. Hij deed er de stunt netjes over. Het zou tekenend zijn voor zijn verdere carrière. Knievel was gedreven door eer en roem. Hij wilde niet langer alleen zijn gezin onderhouden. Hij wilde een legende worden. Bang was hij niet: “Als je nooit pijn hebt gekend, is het slecht met je gesteld,” was zijn credo.

43 meter lange crash
Hij besloot met de motor over wagens te springen. Eerst twee, dan drie, en zo steeds meer en meer. Hij trok rond en telkens hij op dezelfde plek kwam, sprong hij over een extra auto. Zijn eerste limiet kwam hij tegen toen hij over twaalf wagens en een bestelwagen wou springen. Hij bleef met een wiel haperen achter de bestelwagen en kwam met verschillende breuken in het ziekenhuis terecht. De crash zorgde voor heel wat media-aandacht en voor nog meer publiek.
Op oudejaarsavond 1967 leerde heel Amerika Knievel kennen. Die dag zou hij met zijn motor over de fonteinen van het beroemde hotel en casino Ceasar’s Palace in Las Vegas springen. Hij zou daarvoor het fictieve Evel Knievel Enterprises hebben opgericht en drie valse advocaten naar de eigenaar van het hotel hebben laten bellen. De waaghals kreeg toestemming en belde elk televisiestation af om beelden te komen schieten. Omdat niemand wou, huurde hij zelf een cameraman in.
Knievel maakte zich klaar in het hotel. Hij sloeg een glas whisky achterover en stapte vergezeld door twee showgirls naar de moto. Na een opwarmingsronde nam hij een serieuze aanloop. Bij het vertrek van de 43 meter verre sprong, schakelde de motor vanzelf terug. Daardoor had Knievel niet genoeg snelheid en kwam hij neer op de noodramp die achter het fontein stond opgesteld. Daar verloor hij de controle over het stuur en smakte tegen het asfalt. De motor vloog verder, knalde tegen een muur en schoot in brand. Knievel verbrijzelde zijn bekken en bovenbenen, brak zijn heup, polsen en enkels en geraakte in een coma. Toen hij daar 29 dagen later uit ontwaakte, was hij wereldberoemd en schatrijk. De beelden die zijn cameraman gemaakt had, werden voor veel geld verkocht en waren overal te zien. Zijn ziekenhuisbed werd door journalisten van krant, radio en televisie platgelopen. De komende jaren zou hij aan publiek geen gebrek hebben, plaaster daarentegen…
De dokters waren minder opgezet met de stunt en vertelden hem dat hij nooit meer zonder krukken zou kunnen lopen. Knievel liet het niet aan zijn hart komen. Amper vijf maanden na zijn ernstige crash, sprong hij over vijftien Mustangs. Ook dit keer mislukte de stunt en vloog hij in het ziekenhuis. Succesrijke periodes met veel spectaculaire en gewaagde stunts werden vaak onderbroken door een paar weken of maanden revalidatie. Die ging vaak gepaard met veel pijnstillers en alcohol.

Het merk Knievel
Het commerciële brein in Knievel zag dat er meer te verdienen viel dan toegangsticketjes. Hij sloot overeenkomsten met motormerken en rijfde daar heel wat geld mee binnen. Televisiezender ABC zond heel wat van zijn jumps uit. Midden jaren zeventig creëerde een speelgoedfabrikant zelfs de Knievel action figure. Die had een heel aantal accessoires, van cape over motor tot vrouwelijke compagnon. Het zou Knievel twee miljoen euro opleveren. De selfmade stuntman werd een held bij het jonge volkje, met talloze ongelukkige imitaties tot gevolg.
Bij een nieuwe recordsprong over 19 wagens, verkocht Knievel meer dan 100.000 tickets. Om de aandacht van de media vast te houden, besloot de mafkees over de Grand Canyon te springen. De overheid wou daar niet van weten en Knievel dacht aan andere stunts. Hij wou over de Mississippi springen of van één wolkenkrabber op een andere.

Sky Cycle
Het werd uiteindelijk een sprong over de Snake River Canyon. Een valei van 166 meter diep en 400 meter breed. Iedereen verklaarde hem gek maar hij antwoordde: “Een Romeinse generaal ten tijde van Caesar had hetzelfde motto als ik. Als het mogelijk is, is het al gedaan. Als het onmogelijk is, zal het gedaan worden.” Knievel kocht 300 hectare grond in de valei en kon dus springen op privéterrein. Hij vroeg een voormalig NASA ingenieur om een racket met een jetmotor te ontwerpen. Die kreeg de naam Sky Cycle.
Omdat ABC de dure televisierechten voor de sprong niet wou betalen. Ging Knievel met een kleinere firma in zee, die de sprong in de bioscopen zou brengen. Zij zorgden voor beelden en promotie. Één van de afspraken was ook dat er een boek over de hele voorbereiding zou geschreven worden.
De eerste twee tests met de prototypes van de Sky Cycle waren weinig hoopgevend. De eerste kwam in het midden van de rivier terecht en de andere schoot een jaar later zo ver weg dat niet alle onderdelen werden teruggevonden. Maar het publiek en vooral Knievel waren het wachten beu. Dus besloot de waaghals er toch voor te gaan.
Knievel werd met een helikopter tot aan de startramp gebracht. Twee mannen plaatsen hem in de Sky Cycle. Dan was het aftellen geblazen. Nauwelijks drie seconden nadat de raket vertrokken was, opende de landingsparachute zich al. Knievel haalde de overkant van de koof, maar werd door de wind teruggeblazen. Hij landde op twee meter van de rivier en overleefde de poging. Als hij twee meter verder geland was, was hij zeker verdronken. Er was in de Sky Cycle niets voorzien waarmee Knievel zich uit het voertuig kon redden. Kwatongen beweerden dat hij bang geworden was en de parachute met opzet geopend had.

Drank, drugs en pillen
Bij een poging om in het Wembley stadion voor de ogen van 90.000 toeschouwers over dertien bussen te springen, kwakt Knievel tegen de dertiende bus. Hij houdt er een hersenschudding en gebroken bekken aan over. “Mijn grootmoeder heeft me altijd geleerd de laatste bus te pakken,” grapte hij van op zijn brancard. Even later kondigde hij de toeschouwers zijn pensioen aan.
Nauwelijks vijf maand later maakte hij zijn herintrede. “Het is niet omdat je valt dat je leven gefaald is,” zei hij, “zolang je opnieuw recht staat ben je een held.” Even later sprong hij in Ohio over 14 bussen. Het werd de verste sprong die hij ooit maakte zonder blessure, 41 meter ver. Maar zijn succes was tanend. De film Viva Knievel die Warner Brothers maakte was een gigantische flop. Toen bij alweer een mislukte sprong een cameraman gewond raakte, keerden heel wat mensen zich van hem af.
Zijn laatste greintje populariteit speelde hij kwijt toen het lang verwachte boek Evel Knievel on Tour uitkwam. In dat boek werd van de stuntman een weinig rooskleurig portret geschilderd. Knievel werd geportretteerd als een immoreel man, die vrouw en kinderen misbruikte. Hij zou ook een drank-, drugs- en pillenverslaving hebben. Een paar weken na de publicatie trok Knievel met twee handlangers naar het kantoor van auteur Shelly Saltman. Ze namen de schrijver mee naar de parking. Knievel die twee gebroken armen had, bewerkte Saltman met een aluminium baseballbat. Die beschermde zich met zijn arm. Waardoor die compleet verbrijzeld werd. Die arm redde volgens de dokters zijn leven. De moeder van Saltman zag het nieuws op televisie en kreeg een hartaanval. Knievel vloog voor zes maanden in de cel. Hij moest ook een schadevergoeding betalen van 9 miljoen euro.

Superman
Toen hij uit de gevangenis werd ontslagen, was Knievel bankroet. Hij was de overheid nog meer dan twee miljoen euro belastingen schuldig. Zijn vrouw liet hem in de steek. Knievel werd nog een aantal keer opgepakt onder andere voor verboden wapenbezit en roekeloos rijden. Hij trok rond in een camper om de schuldeisers van zich weg te houden. Hij geraakte verbitterd: “Een held zijn in Amerika is het kortste beroep dat je kan uitoefenen. Het enige wat ik nu nog ben is littekenweefsel en stalen platen.”
Eind jaren 90 verwierf Knievel een cultstatus en verdiende hij nog wat geld met reclame. Moderne stuntrijders brachten hem hulde. De meeste van Knievels stunts werden fijntjes overgedaan, maar met veel verfijndere motoren. Ondertussen ging zijn gezondheid er snel op achteruit.
Voor velen was hij een voorbeeld van The American Dream. De working class boy, die criminaliteit links liet liggen en het echt maakte. Wanneer Billy Rundle, een goede vriend, op de hoogte gebracht werd van zijn overleden, reageerde hij verbaasd. “Ik wist dat hij er heel slecht aan toe was. Maar je verwacht het niet. Superman sterft niet, zie je.”

vrijdag 21 december 2007

Lokale berichtgeving

SINT-STEVENS-WOLUWE - De plaatselijke bibliotheek van Sint-Stevens-Woluwe zal binnenkort de deuren moeten sluiten. Die beslissing werd afgelopen maandag op de gemeenteraad genomen. Het gemeentebestuur geeft het dalend aantal ontleningen als voornaamste reden voor deze maatregel. In 2002 werden er 8.164 boeken ontleend en in 2006 6.755, dat betekent een daling van 15%. Dat terwijl in deelgemeente Sterrebeek 25.200 werken werden ontleend en in de hoofdbibliotheek in Zaventem bijna 100.000 exemplaren. De gemeenteraad vindt kosten voor verwarming en personeel te hoog om de bibliotheek open te houden.
Misschien wil de gemeente besparen op het vlak van cultuur? Beetje vreemd dat voor ‘artistieke en bijzondere culturele activiteiten’ al een aantal jaar op rij meer geld vrijgemaakt wordt. Geld dat voor een groot deel gaat naar de idiote musical die nu al twee jaar in samenwerking met de gemeente opgevoerd wordt. In 2006 was er in de begroting 23.000 euro voor vrijgemaakt. –u leest het goed- In 2007 werd dat bedrag meer dan verdubbeld, tot 87.000 euro en voor 2008 is er zomaar even 135.000 euro voorzien.
De echte reden om de bibliotheek te sluiten moet niet ver –geografisch dan- gezocht worden. Het oude schoolgebouw is dringend aan grondige renovatie toe. Als de bibliotheek zijn deuren sluit kan het gebouw tijdelijk dienst doen als school.

How to pose like this

Long time no see

Ze was een beetje molliger geworden, maar dat was hij ook, dus besloot hij er diplomatisch over te zwijgen. Hij had haar al meer dan acht jaar niet gezien. Toch herkende hij haar stem meteen toen ze achter zijn rug zijn naam riep. Het korte gesprek dat daarna volgde, maakte al snel duidelijk dat ze elkaar niet zoveel meer te vertellen hadden. “En heb jij al een vriendin,” vroeg ze schoorvoetend. “Ja, al zes jaar, “ antwoordde hij, “in de grote vakantie gaan we zelfs trouwen.” Ze gaapte hem een paar seconden aan tot ze zich dat zelf realiseerde. “En jij,” vroeg hij. “Ik ben nog alleen.” Stilte. “Alleen en gelukkig,” voegde ze er gniffelend aan toe. Het zenuwachtig lachje dat het antwoord begeleidde, verraadde dat ze aan het liegen was. Wat volgde was een zielig gesprek met formele vragen van haar kant en flauwe moppen uit zijn mond. De conversatie brokkelde stilaan af. Ze stelde vragen die mensen stellen als ze niet echt geïnteresseerd zijn en hij gaf de antwoorden die ze verwachtte. Vijf minuten later zochten ze allebei een excuus om er vandoor te gaan. Hij moest naar het toilet en zij moest iemand anders nog iets vertellen. Ze vroeg nog om zijn telefoonnummer om later nog eens af te spreken, maar hij wist al dat het nooit zou gebeuren en was er niet rouwig om.

dinsdag 18 december 2007

ADVERTENTIE

Nog niks voor de feestdagen?
Onze waardebonnen krijgt iedereen graag.

Vlaamse Ramones op Eurosong

De kandidaten die u en mij mogen gaan vertegenwoordigen op het Eurosongfestival in Belgrado zijn bekend. Één naam doet er maar toe: The Paranoiacs, ook wel de Vlaamse Ramones genoemd. De meer dan 20 jaar oude punkrockband rond de gebroeders Raf en Hans Stevens mag voor uw welwillend oog en oor van jetje gaan geven in de hoop dat u hen mits een sms richting Servië stuurt. De kans dat zulks gebeurt, is niet echt groot. The Paranoiacs moeten het opnemen tegen heel wat zeemzoeterige en bekende nobody’s als Sandrine, Brahim, Betty en Tania Dexters. Eddy Wally wou ook naar Belgrado maar trok op doktersadvies zijn kandidatuur in.

Miss België Alizee Poulicek aan de coke?

De knapste deerne van het land spreekt nauwelijks Nederlands. Het zorgde tijdens de live-uitzending en in de besprekingen achteraf voor heel wat ophef. Toch ging ze met het kroontje aan de haal, beauty komt in de wedstrijd namelijk voor brains. Volgens de immer objectieve en betrouwbare -want zelf erg legale- Dennis Burkas alias Black Magic zal het meisje haar kroontje en titel niet lang kunnen koesteren. Hij beweert dat Alizee Poulicek, die half Tsjechisch is en in Tsjechië een beetje bekend is, aan de coke zit. –eats this Story, Dag Allemaal en Woef!- Dennis die momenteel wegens niet meer op optimale voet met de Belgische autoriteiten, zelf in Tsjechië verblijft, doet de uitspraken op zijn myspace. Bewijzen en dergelijke meer, daar doet Dennis niet aan mee, maar hij zal de komende dagen de Vlaamse media verblijden met weetjes en kiekjes van Alizee. Coke snuivend of wie weet acterend in een pornofilm vermoeden wij. Dennis beschikt trouwens over een schrijfstijl waar literaire vedetten bij ons alleen maar van kunnen dromen. Nu ja, als Jean-Pierre Van Rossem onze Minister van Begroting een cocaïnehoer mag noemen, dan mag Black Magic ook onze Miss aanpakken.
Dennis laat het daar niet bij. Hij kondigt aan dat hij zijn archieven zal vrijgeven. Daarin zitten foto’s en beelden –wat het verschil is laat hij in het midden- van journalisten van De Morgen en andere media die zich op feestjes hebben laten gaan. Ze zouden er hun seksuele driften hebben gebotvierd en dat terwijl ze getrouwd waren. Nu weten wij niet hoe het er op redactiefeestjes van De Morgen aan toe gaat, maar wij krijgen opeens een heel ander beeld van Yves Desmet en Walter Pauli.
Volgens Dennis zullen zijn onthullingen leiden tot ontslagen, rechtzaken, schandalen en een terugtrekking van adverteerders. Om tot deze ernstige daad te komen heeft Dennis in zijn hoofd duidelijk één en ander moeten afwegen:
Ik zou het nooit gedaan hebben, maar ik zal de ogen van Vlaanderen blijkbaar op deze manier moeten open doen. Uiteraard kun je nu zeggen, "is dit laster en eerroof?" of "is dit schending van privacy?"... even in het achterhoofd houden hoe ze mij er nu al 3 jaar doorsleuren zonder enige vorm van moraal. Neen dit zijn feiten die hebben plaatsgevonden, niets meer en niets minder. Vlaanderen heeft recht om te weten en te zien dat een "naam" niet altijd alles is.
greets en alvast veel paniek toegewenst aan degene die het zijn.

Paranormale laryngitis

Ik werd de woensdagavond op slinkse wijze geveld door een laryngitis. Daarom vertoefde ik de voorbije dagen in zetel en bed terwijl SM ondergetekende met veel liefde van eten, drinken en de nodige medicatie voorzag. De ontsteking aan mijn strottenhoofd bracht mij niet alleen fysiek op temperatuur, maar ook ergens waar ik doorgaans nooit terecht kom; op Vitaya om tien uur ’s ochtends.
Vrouwenzenders kunnen mij zelden met goede televisie verblijden, maar belspelletjes, twintig keer dezelfde semi-erotische videoclips en de steeds wederkerende regionale berichtgeving hadden mij in deze richting geduwd. Op het scherm een vrouw die over drie verschillende kleuren haar beschikte: zwart, blond en een artificiële kruising van kersrood en vosros. Dat was evenwel niet het bijzonderste. De dame in kwestie Lisa Williams geheten, beschikt over een nog veel groter talent. Zij kan in contact komen met de doden. Die gave heeft ze schaamteloos omgezet in een winstgevend handeltje, waarbij ze uit het verdriet en de onzekerheid van mensen –die meestal net een dierbare verloren- zoveel mogelijk geld probeert te puren. Ze houdt daarvoor scéances bij haar thuis of trekt naar het huis van haar klant/slachtoffer.
Eén van die klanten had net haar zoon verloren en wou met hem in contact komen. Ze vertelde dat hij was doodgereden op zijn motor. Waarop Lisa onmiddellijk aan haar spirituele zoektocht begon. Al na een vijftal seconden maakte ze gewag van pijn aan haar hoofd. De andere vrouw knikte. Haar zoon was inderdaad op zijn hoofd gevallen. Net als ongeveer alle andere motorrijders die een ritje met hun leven moesten bekopen. Daarom dragen ze net die helm, omdat ze bij een stevige val zo goed als altijd met hun hoofd tegen de grond knallen. Deze eenvoudige vaststelling deed de vrouw al overstag gaan. Ze begon te wenen en zei dat ze nog nooit op de plaats van de crash geweest was. Dat opende natuurlijk perspectieven voor Lisa, die met de vrouw naar het kruispunt trok waar haar zoon het fatale ongeval meemaakte. Wanneer ze geparkeerd waren, stapte Lisa uit en zei, “Ik krijg kippenvel van deze plaats.” Voor de klant alweer het teken om in tranen uit te barsten. Daarop kon Lisa feilloos aanduiden waar het ongeval juist had plaatsgevonden. Dat zonder langer dan een paar tellen naar de kleine gedenkplaat die was aangebracht te kijken. Het enige wat ik de hele tijd zat te denken was rip-off. Maar Lisa wist te vertellen dat de motorrijdende zoon op slag dood was en dus geen pijn had geleden. Het ging zelfs verder. Hij was nu hierboven met zijn grootmoeder en samen wilden ze de vrouw vertellen dat ze gelukkig waren en dat zij zich geen zorgen meer moest maken. De vrouw was nu helemaal emotioneel gekraakt en gaf zich over aan een innige omhelzing met Lisa, waarbij ze zachtjes Thank you fluisterde.
Tevreden over alweer een geslaagde missie, begaf Lisa zich naar een oud huis, waarin een vrouwtje woonde dat wou weten of er al dan niet geesten en spoken in haar woning doolden. Waarom ze dat wou weten was niet duidelijk, misschien moesten ze dan mee huur betalen. Lisa besloot eerst een half uur alleen in het huis rond te lopen. Ze werd daarbij niet gehinderd door enig gevoel voor privacy en opende kamers, kasten en schuiven. Spoken of geesten kon ze nergens bespeuren. “Maar zegt de naam Albert u iets,” vroeg ze aan het vrouwtje. Die was verbouwereerd. “Dat is mijn ex-man,” stamelde ze. Had Lisa dat gezien aan het naamplaatje op het legeruniform dat van de man omhoog hing, of op de foto van het getrouwde paar, of op tientallen andere dingen die aan de man deden denken of plukte ze het gewoon uit de lucht? “U bent niet meer samen met die man hé,” concludeerde ze dapper verder. De term ex-man had inderdaad al een hint in die richting gegeven. “Er hangen hier nog slechte vibes van die man,” voelde Lisa in haar hoofd. “Was het een norse man,” schoot ze alweer raak. De vrouw werd er ongemakkelijk van want haar ex-man was inderdaad geen sympathieke peer. “Ik krijg ook de naam Martha in mijn hoofd,” orakelde Lisa. Het bleek om de ex-schoonmoeder te gaan. Daar had de vrouw wel een goede band mee gehad wist Lisa op te merken. Het was allemaal waarheid. Hoe het kwam dat beide personen in haar hoofd weetjes kwamen strooien terwijl zij nog leefden werd ten behoeve van de duidelijkheid even over het hoofd gezien.
Even later moest Lisa naar de winkel om een pet te kopen. Die zou haar eventjes vrijwaren van de stemmen en geesten die van bovenaf haar schedel probeerden te penetreren. In de boetiek wist ze twee andere klanten te vertellen dat hun overleden grootouders veel van hen hielden en dat de dode moeder van de kassierster trots op haar was. Na zoveel wijsheid stond iedereen in de shop haar aan te gapen en stapte ze met de pet naar buiten. Zonder succes, want de kassierster, van haar melk maar nog steeds bij haar volle verstand riep: “Die moet u nog betalen!” Opzet dan toch één keer mislukt.

woensdag 12 december 2007

Urbanus Vobiscum

Het is pas wanneer Axelle Red een breekbare versie van Grootvader Geplant richting onze oren stuwt, dat het tekstschrijverschap van Urbanus ons opvalt. Als de onnozelheid waarmee Urbanus zijn eigen nummers brengt wegvalt, blijven er plots ernstige en prachtige songs over.
Vanochtend hebben ze grootvader geplant
In een putje op het kerkhof aan de schaduwkant
Vanochtend hebben ze grootvader geplant
Ik droeg een zwart kostummeke en een handschoen in m’n hand
En de pastoor zei dat hij ooit zou wederkeren
Maar pas na dat God het heeft gezegd
En opdat hij het niet eerder zou proberen
Wordt straks een dikke steen op hem gelegd

Urbanus Vobiscum is een prachtige plaat. Ook Jan De Wilde en Sarah Bettens maken van De Aarde een gevoelige song. Uit het hele album –en niet in het minst uit het nieuwe nummer CO2 prostituee- schemert een gevoel van nostalgie. De Mens maakt van Gigippeke een stevige rocker en dat in het Zaventems! Urbanus baseerde Gigippeke trouwens op een oud Brussels liedje. Bakske Vol met Stro had mijn peter destijds op een klein singeltje. Telkens ik bij hem op bezoek kwam, speelde ik dat nummer de hele dag door. Nathalie Delcroix van Laïs brengt er een niet onaardig versie van. Hier valt de absurditeit van Urbanus zijn teksten onmiddellijk op.
K3, Bart Peeters, en De Nieuwe Snaar kwijten zich ook uitstekend van hun taak. Will Tura valt een beetje uit de toon met een wel erg magere versie van Meisje met de Bloemen. Erger is het gesteld met Clouseau dat aan Publiciteitsjaren niets toevoegt. De versie van Quand les Zosiaux die Wim Opbrouck neerzet is wezenlijk verschillend met het origineel. Hij maakt er een Frans chanson van, een tearjerker. Ik heb het er niet voor.
Al bij al een erg geslaagd initiatief, een mooi eerbetoon aan de bekwame tekstkunstenaar achter de onnozelaar Urbanus. Vrijdag te zien in een uitverkocht Sportpaleis.

dinsdag 11 december 2007

Sweet

Ik ben geen grote fan de muziek die Sweet Coffee maakt. Hun combinatie van jazz, deephouse en lounge is bewonderenswaardig, krijgt van velen lovende woorden, maar is evenwel aan mij niet besteed. En toch heb ik de Belgische groep de laatste tien dagen tweemaal mogen aanschouwen. Op Humo’s Comedy Cup mocht Sweet Coffee de tijd tussen de optredens van de stand-uppers en het verdict van de jury opvullen. Een ondankbare taak, want niemand komt voor de muziek naar zo’n avond. De toog is het eerste wat het publiek opzoekt tijdens de pauze.
Gisterenavond was de groep gevraagd om het feestje voor tien jaar P in The Twelve op te luisteren. Het publiek bestond –in tegenstelling tot andere P-feestjes- slechts uit 400 genodigden. Na de set, waarover ik wegens in gesprek haast niets kan vertellen, kwam er één van de dames haar ongenoegen uiten over het publiek. Blijkbaar geef ik een ombudsman-achtige indruk. Ze maakte zich druk over het feit dat het publiek veel te rustig bleef. “Jullie schrijvers zijn echt saaie mensen,” zei ze beschuldigend. Nu heb ik niet de gewoonte om druk te gaan discussiëren met onbekenden. Maar als er nu één ding is dat ze bij de P niet zijn, dan is het wel saai. Wie dat niet gelooft, moet het exemplaar van volgende week bij zijn krantenboer halen en er de straffe verhalen uit 10 jaar P eens op nalezen. Daarom opperde ik dat het misschien aan de muziek lag. Waarop de juffrouw repliceerde: “Dan moet je eens naar onze andere optredens komen kijken. Want dan weet je er niets van!” Nu moet ik eerlijkheidshalve wel bekennen dat ik niet elke week in de hipste discotheken aan het shaken ga en dus ook niet over een uitgebreide veldkennis ter zake beschik. Toch kon ik haar melden dat ik de groep ook de week voordien aan het werk had gezien, met matig succes. De juffrouw, die overigens erg rad van tong was –en dat even later ook meedeelde- liet dat niet over zich gaan en vroeg of ik wel wist wat de krant de dag nadien had geschreven. Dat wist ik inderdaad. Karel Michiels die de Comedy Cup recenseerde voor de Standaard en tijdens het optreden van Sweet Coffee naast mij zat, schreef dat ze eigenlijk veel te goed waren als pauzeband. Ik probeerde een conclusie te trekken, maar dat lukte niet. “Hier zijn wel veel mensen die elkaar al lang niet meer gezien hebben en dus moeten bijpraten,” opperde ik in een poging het schrijversgild toch nog voor hip te kunnen verslijten. “Dan hebben jullie ons fout geprogrammeerd,” kreeg ik als antwoord. Daar had ik in de verste verte niets mee te maken. Hoe de discussie juist eindigde weet ik niet goed meer. Maar om het goed te maken, zal ik tijdens het volgende optreden van Sweet Coffee dat ik meemaak, mits trendy heupbewegingen duidelijk laten zien dat ik niet saai ben!

maandag 10 december 2007

10 jaar P-magazine

Op 11 december 1997 verschijnt de eerste P-magazine. Een nieuw blad dat – letterlijk – in no time zijn plaats op de markt inneemt. Er is dan ook iets vreemds aan P. Het heeft een al een trouw publiek uit het verleden. Mensen die maar niet begrepen waarom uitgeverij Mediaxis hen hun weekblad afnam. Net zomin als de redactie van de Nieuwe Panorama het had begrepen.
Het was op de computers van Mediaxis dat, in het diepste geheim, de eerste P gemaakt werd. Met Véronique De Kock op de cover. Twee dagen later was hij al uitverkocht.
De redactie incasseerde haar riante ontslagvergoedingen, zocht een krappe flat aan het Bonapartedok in Antwerpen en zette haar blad gewoon voort onder een andere naam. De Vrije Pers was geboren.

Dag op dag 10 jaar later, op dinsdag 11 december 2007, ligt er nog altijd een P in de winkel. Met Véronique De Kock op de cover – we hebben dan ook een gezamenlijke geschiedenis. Voor zijn feestnummer, met voor elke lezer een cadeau, heeft P-magazine zijn oplage dan ook met 15% verhoogd.

Hoe het begon
P-magazine is het laatste weekblad in Vlaanderen dat een vaste plaats op de tijdschriftenmarkt veroverde. Mogen we daar heel even fier op zijn? Daarom vertellen we u in twee afleveringen het verhaal van het zeer bewogen decennium van dit geweldige boekske. Volgende week leest u hilarische vertelsels over wie en wat we zoal tegenkwamen de voorbije tien jaar. Maar vandaag piepen we achter de schermen van de redactie, dat zondige oord des verderfs in het Antwerpse Schipperskwartier. En voor de volledigheid beginnen we ons verhaal tien jaar en vier maanden geleden in de gebouwen van uitgeverij Mediaxis (het huidige Sanoma City), toen de bazen een bom dropten op de redactie van het weekblad Panorama.

De moord op Panorama
EDWIN VAN OVERVELD (eindredacteur): Out of the blue kregen we het bericht dat Panorama zou worden opgedoekt. De directie van Mediaxis schermde met het argument dat Panorama te veel geld kostte, maar in werkelijkheid wilde ze ons gewoon kwijt. De bazen wilden enkel hun vrouwenbladen overhouden.
CHRISTINA VON WACKERBARTH (toenmalig uitgeefdirecteur van Mediaxis): Onze Nederlandse aandeelhouder VNU wilde haar tijdschriftendivisie verkopen en legde plots veel strengere winstnormen op. Wij moesten Mediaxis stroomlijnen om de verkoop ervan voor de VNU te vergemakkelijken. Ondanks het mooie werk van hoofdredacteurs Lex Moolenaar en Joël De Ceulaer had Panorama al jaren geen winst meer gemaakt. Daarbij kwam nog het toen nakende verbod op tabaksreclame. De tabaksindustrie zorgde voor 20 procent van de advertenties in Panorama. Er was geen hoop op beterschap.
VAN OVERVELD: We gingen in staking, gesteund door bijna het voltallige personeel van Mediaxis. Binnen de kortste keren hadden we een hoop artiesten opgetrommeld om te komen optreden aan onze stakingspiketten: van Urbanus via Isabelle A en Ashbury Faith tot Vic Beasley. Het was een spectaculaire dag en we zijn die dag ook spectaculair dronken geworden, maar de staking bracht niet veel zoden aan de dijk; toch niet wat onze werkgelegenheid betrof. Op gezinsvlak was het blijkbaar wél een vruchtbare periode, want precies 9 maanden na die stakingsweek werden zowel Alain Grootaers, Iwan Kneuts als Yurek Onzia vader.

FRANK WILLEMSE (toenmalig journalist): De avond dat de definitieve beslissing van de stopzetting viel, zijn we met de hele redactie gaan eten in een fout restaurant op de kaaien. We waren flink bezopen en lanceerden de wildste reddingsplannen. We hebben zelfs nog naar Guido Van Liefferinge, de baas van Dag Allemaal, gebeld. Toen werd ook duidelijk dat Alain Grootaers de touwtjes in handen zou nemen. Korte tijd later had Alain drie zakenmannen gevonden die bereid waren om een nieuw blad te financieren.
STEVEN SOMERS (toenmalig chef reportage): Het was een heel spannende periode. In het begin waren er slechts een paar ingewijden omdat er niks mocht uitlekken. Bij nacht en ontij gingen we onze contracten tekenen bij de nieuwe financiers. Het had iets heel samenzweerderigs. Wij zouden de grote mediatycoon eens een poepje laten ruiken.
WIM SWINNEN (journalist): Toen ik hoorde dat Panorama werd opgedoekt, viel er iets van me af. Na 15 jaar vond ik het de gedroomde aanleiding om uit de journalistiek te stappen. Ik wilde een eigen platenfirma opzetten. Tot Alain me bij hem riep en zei dat hij een nieuw blad wilde beginnen dat in de winkel moest liggen de week na de verschijning van de laatste Panorama in december. Of ik geïnteresseerd was? Ik heb geen seconde getwijfeld. We wisten dat het avontuur fout kon aflopen. Maar Alain straalde enorm veel zelfvertrouwen uit. Hij heeft bijna de hele redactie van Panorama meegekregen.

P in rood en wit
VAN OVERVELD: Dankzij de vakbond sleepten we hele mooie ontslagpremies uit de brand bij Mediaxis. De directie bood sommigen van ons jobs aan bij andere bladen, maar niemand is daarop ingegaan. Het heeft Mediaxis heel veel geld gekost; voor dat geld had Panorama nog lang kunnen blijven bestaan. Met míjn ontslagpremie kocht ik een mooie auto.
WILLEMSE: En financieel moesten we bij onze nieuwe werkgever ook al geen frank inleveren. We kregen hetzelfde loon.
GEERT DE WOLF (vormgever): Alain vroeg me om een zogenaamd nulnummer te maken, een blad waarmee we investeerders, adverteerders én medewerkers konden overtuigen om met ons in zee te gaan. Dat konden we uiteraard niet op de redactie van Panorama doen, dus deden we het op mijn zolderstudio in Aalst, vér van de Antwerpse boemannen van Mediaxis. We hadden zelfs nog geen definitieve naam voor het blad. De eerste werktitel was alleszins Tempo.
VAN OVERVELD: Wie precies met de naam P-magazine kwam aanzetten, weet ik niet meer. Er waren honderden voorstellen. We waren er alleen snel uit dat de naam moest beginnen met een P en dat het logo rood en wit moest worden.
DE WOLF: P-magazine werd dus de tweede werktitel. Maar omdat we niets beters vonden en alle betrokkenen sowieso constant over P-magazine bleven praten, is die naam blijven hangen.
BERNARD VAN DE POPELIERE (journalist): Ik vond het maar een rare naam en zei er iets over tegen Alain. “Waarom? Vind je Q (een Engels muziekblad; red.) een rare naam, nee toch?” zei Alain vaderlijk en ik zei niks meer. Redelijke argumenten gaan er bij mij altijd in.
VAN OVERVELD: Terwijl we de opstart van P-magazine voorbereidden, moesten we ook nog de laatste nummers van Panorama maken. Begin december 1997 hebben we in één week twee bladen gemaakt: de laatste Panorama, waarvan we waardig afscheid wilden nemen – zo eergevoelig waren we wel – en dus ook de allereerste P-magazine. We hebben dat eerste nummer nog volledig gemaakt op de redactie en de computers van Mediaxis, zonder dat iemand het daar in de gaten had. Ik vind het nog altijd een geweldige stunt dat iedereen die bij P-magazine betrokken was, zo goed zijn mond heeft kunnen houden. Pas helemaal aan het eind lekte in de uitgeverij uit dat we een nieuw blad zouden beginnen.
VAN DE POPELIERE: Ik kreeg een interview met de Spice Girls naar aanleiding van hun behoorlijk onnozele film Spice World. Ik beloofde aan de filmmaatschappij dat het stuk zeker zou verschijnen, maar dat ik er verder niets over mocht vertellen. Toen kon dat nog, tegenwoordig zou ze toestemming van de CIA en de FBI moeten hebben. In Londen zei ik gewoon dat ik voor Panorama werkte, dat bekte lekker in het Engels en van onze trubbels waren ze over het Kanaal toch niet op de hoogte. Geri Halliwell zat de hele tijd sensueel aan haar lippen te likken en het stuk verscheen in de eerste P.
ALAIN GROOTAERS (toenmalig hoofdredacteur): ‘Christus, valt dat tegen, zo’n hoofdredacteurschap.’ (allereerste zin ooit in P-magazine)

Archief in bad
BART COP (journalist): De eerste P-magazine verscheen op donderdag 11 december en daar hoorde uiteraard een lanceringsfeest bij, de avond voordien in Café Local in Antwerpen. Omdat we alles zo lang geheim hadden moeten houden, was Alain een beetje bang dat we de zaal niet gevuld zouden krijgen. Daarom mochten we zo veel vrienden uitnodigen als we wilden. De lijst van mijn invités staat nog op mijn pc; het waren er 157. Het gevolg was dat er natuurlijk véél te veel volk was. Op een bepaaald moment moest je tot een halfuur aanschuiven voor drank. Op dat feest hebben Franky De Smet-Van Damme van Channel Zero en Stephen Dewaele van Soulwax nog een versie van Hunger Strike van Mother Love Bone gespeeld: historisch!
VAN OVERVELD: Zowat heel bekend Vlaanderen was er. Tenminste, dat heb ik achteraf op de foto’s gezien. Van de avond zelf herinner ik mij niets meer. Alle kranten en radio- en tv-zenders waren er. P-magazine stond meteen op de kaart.
GROOTAERS: ‘We waren op de redactie nog volop de kater van de nacht tevoren aan het verwerken, toen de ene dagbladhandelaar na de andere begon te bellen: P-magazine was al uitverkocht en of ze dringend wat nummers konden bijbestellen.’ (P-magazine 2, 18/12/1997).
WILLEMSE: Opzet geslaagd. Maar de werkomstandigheden waren niet echt glorieus. Als redactieruimte had Alain een kleine flat geregeld op de tweede verdieping van een rijhuis aan het Bonapartedok. De eerste weken zaten we met vijf in een kamertje van twee op twee. Pas na een maand of zo kregen we de zolderverdieping erbij. Er was een badkamertje met een toilet en een ligbad. Dat bad lag vol papieren die we elders niet kwijt konden. Het archief noemden we dat.
SOMERS: Het had iets heel romantisch, zo samengepropt op een zolderkamertje. Het voelde aan als een piratennest.
VAN OVERVELD: In het begin waren we enorm op onze hoede, omdat we vreesden dat de directie van Mediaxis zich op ons zou wreken; met een rechtszaak bijvoorbeeld omdat P-magazine in hun ogen te veel op Panorama leek. Zo moesten we ervoor zorgen dat zelfs het onbenulligste lettertekentje genoeg afweek van wat we bij Panorama hadden gedaan.
VON WACKERBARTH: We hebben inderdaad aan procederen gedacht; het concept en de naam van het nieuwe blad leunden toch erg dicht aan bij die van Panorama. Uiteindelijk hebben we besloten om het hen niet moeilijker te maken dan ze het al hadden. We gunden hen de kans. P-magazine had het voordeel van een kleine onderneming met een veel wendbaardere structuur en een pak minder overheadkosten. Zo werden de winstmogelijkheden een stuk groter dan die van Panorama.

Overleven op Maalox en pils
VAN OVERVELD: In die eerste nummers moesten we uit noodzaak de foto’s wat groter plaatsen en de teksten wat rekken om het blad vol te krijgen. Onze middelen waren erg beperkt. Gsm’s of bedrijfsauto’s hadden we niet. Het was roeien met de riemen die we hadden.
VAN DE POPELIERE: Ik zie achter Alains computer nog altijd een grote doos Maalox staan. Blijkbaar was het opstarten van P-magazine toch stresserender dan hij liet merken.
SOMERS: Het was het eerste jaar helemaal geen evidentie om elke week een blad in de winkel te krijgen. Er liep constant van alles mis, maar door onze drive lukte het toch iedere keer. Na elk afgewerkt nummer moesten we ons in de arm knijpen: ‘Yes, it’s happening.’ Het pioniersgevoel was erg groot. Het was pure survival. Maar het mooiste was om te zien hoe wat we zelf vanuit het niets gecreëerd hadden op een goed einde afstevende. Een grotere kick bestaat niet.
VAN OVERVELD: Na een tijdje voelden we dat we onze plek op de markt gevonden hadden. We moesten hard werken, maar het was plezant. 20 meter naast de redactie vonden we meteen een stamkroeg, den Beer. Daar waren ze erg blij met onze komst, want we hebben er aardig wat vaten weggestouwd. Als we het druk hadden, belden we naar het café: “Tien pintjes, graag?” En dan kwam de cafédochter een plateau bier brengen. Wat gezien de steile trap geen makkelijke klus was.
IWAN KNEUTS (journalist): E-mail was er nog niet. We moesten onze teksten zelf naar de redactie brengen, op diskette. Toen ik er op een namiddag kwam, zag ik alleen Myriam Scheffers, de toenmalige redactiesecretaresse, die in het halfduister vlijtig enveloppen zat te schrijven. Er was geen stroom. Toen ik vroeg waar de rest van de redactie zat, antwoordde ze: “Beneden bij het buitenkomen 38 stappen naar rechts en daar binnengaan.” Het was de deur van den Beer, ons eerste ‘vergaderlokaal’.
VAN OVERVELD: De eerste tegenslag kwam snel. P-magazine werd gedrukt door Roularta. In de drukkerij van dat bedrijf vonden ze het fantastisch. Die drukkers waren al jaren bezig met Knack en De Streekkrant en zo; doodsaai dus. Binnen de kortste keren hing de ganse drukkerij vol posters van P-babes. Hun grote baas Rik Denolf – meneer Rik, een brave katholieke mens – zag zijn drukkerij plots vol schaarsgeklede vrouwen hangen. Vond-ie niet leuk. Hij en zijn familie wilde niets meer te maken hebben met zo’n vies boekske. We moesten op zoek naar een andere drukker. Gelukkig hebben de lezers daar niets van gemerkt. De verkoop bleef zelfs stijgen...

De rest van het verhaal leest u in P-magazine nr. 49 van 11/12/2007

vrijdag 7 december 2007

“Ik was het niet edelachtbare, mijn pietje is te klein”

Michael Carney moest zich vorige week voor de rechter komen verdedigen. Er waren tegen de Brit zeven klachten ingediend wegens openbare zedenschennis. In een ultieme poging zichzelf van alle schuld te zuiveren, pakte Carney in de rechtszaal uit met foto’s van zijn jongeheer. Volgens Carney is hij bijzonder klein geschapen en kan hij bijgevolg niet voor potloodventer versleten worden.
De plaatjes die de rechter onder ogen kreeg, waren gemaakt door de vrouw van de 41-jarige manager. Carney vertelde de rechter dat hij altijd al beschaamd geweest is over de grootte van zijn genitaliën. “Die zijn veel kleiner dan bij een normale man,” voegde hij er nog aan toe, “dat komt omdat ik een teelbal heb moeten laten verwijderen. Ik schaam mij zelfs wanneer ik naakt voor mijn vrouw sta.” De Openbare Aanklager was duidelijk geamuseerd door de bewijsvoering en vroeg over één van de foto’s of Carney’s fluit daar in semi-erectiele toestand euh… stond. Waarop die moest bekennen dat zijn soldaat er in opperste staat van paraatheid op te bewonderen was.
Veel indruk maakten de plaatjes niet op de rechter. Getuigenissen van de buren die Carney in zijn en in hun tuin naakt hadden zien masturberen, gaven de doorslag. Carney werd schuldig bevonden en krijgt in januari een straf opgelegd.

donderdag 6 december 2007

What would Jesus buy?

De koopwoede van de Amerikanen –en ook die bij ons- neemt tijdens de kerstperiode ongezien vormen aan. Uitzinnige kerstversiering, gigantische kerstbomen die bijna bedolven worden onder stapels geschenken, volgens de makers van What Would Jesus Buy is het teveel van het goede. In 2006 werd door Amerikanen tijdens kerst 455 miljard dollar uitgegeven.
In What Would Jesus Buy volgen we de hyperactieve en knotsgekke dominee Billy, die samen met zijn ‘Stop Shopping Choir’ de blijde boodschap van kooptempering predikt. Dat leidt tot een hilarische documentaire, die het best omschreven kan worden als Borat meets Michael Moore under the Christmas tree. Het gezelschap trekt op tournee en treedt op in kerken. Daarnaast doet het winkelcentra aan en houdt daar uitdrijfsessies. Deze Messiastour wordt afgewisseld met interviews met consumenten, fabrikanten, ondernemers en verkopers.

maandag 3 december 2007

Culinair geknutsel


Nodig:
• Een lasagne
• Een stokbrood
• Een vaatwas
• Zilverpapier

Pak de lasagne goed in met zilverpapier.

Zorg dat het bovenoppervlak goed effen is.

Zet de lasagne in de vaatwas.

Kies voor het meest doorgedreven programma. Gebruik geen wasmiddel.

Klaar is Kees of in dit geval Roberto!