zaterdag 3 november 2007

Arcade Fire Vorst

Ze hadden wat goed te maken de maffe bende van Arcade Fire. In april zouden de Canadezen concerteren in De Hallen Van Schaarbeek, maar de sinussen van zanger Win Butler besloten een eigen leven te gaan leiden. Op het hoofdpodium van Pukkelpop zouden die sinussen moeten inboeten en zou het ongemak met een daverend concert vergeten worden. De geluidsmix van de resem instrumenten die de band uit Montréal op het podium meesleurt zat echter niet geheel snor. Ondanks een sterk en erg bezield concert, bleef het optreden dan ook wat onder de verwachtingen.
Gisterenavond kon er dus revanche genomen worden in Vorst Nationaal. Een concertzaal die godbetert bij muziekminnend Vlaanderen berucht is voor zijn slechte akoestiek. Dat een groep met zulke rijke en sfeervolle sound zich hier moest komen verdedigen, schiep niet veel hoop.
Tien man sterk verschenen ze gisteren aan de aftrap –twee extra blazers-. Allemaal Multi-instrumentalist. In het midden Win Butler, een boomlange kerel, als een kapitein orde scheppend in een ogenschijnlijke chaos van klanken. Wie met zijn oren toe luistert –als iemand dat al zou kunnen- zou nooit kunnen vermoeden dat uit dit onsamenhangend zooitje ongeregeld zulke intense muziek voorkomt. En toch, al vanaf de eerste noot weten de Canadezen het publiek te raken waar het moet. Nu eens in de ziel, een paar keer ter hoogte van het traankanaal, dan weer in het scrotum en even vaak in de heupen. Publiek dat zich niet met één stempel laat bedrukken. Tieners, maar vooral twintigers en ook dertigers en veertigers. Logisch want Arcade Fire is de grootste indieband ter wereld geworden. Vier jaar geleden bestond de groep nog maar net. Via een aantal goede recensies, onder andere op de invloedrijke muzieksite Pitchfork, ging het pijlsnel vooruit. De nochtans niet altijd even toegankelijke muziek van de band heeft zijn weg naar de massa gevonden.
Na het met zichzelf worstelende Funeral, keek de band dit jaar met Neon Bible naar de complexe wereld van vandaag. Het grote verschil tussen beide platen, viel ook tijdens het optreden euh… op. Tussen de nummers krijgen we beelden te zien van luid schreeuwende predikers waar Amerika van vergeven is. Antichrist Television Blues is dan ook de logische opener. The Well and the Lighthouse, één van de sterkste nummers op de nieuwe plaat, is ronduit verschroeiend. Ook het breekbaar en verzorgde In The Backseat, waar Régine Chassange manlief Butler laat zien dat ook zij over heel wat vocaal vermogen beschikt, veegt alle twijfels van tafel. Maar op zijn best is de band toch pas als de toppers uit Funeral worden bovengehaald. Neighbourhood 2, 1, 3 en daarna Rebellion laten van Vorst geen spaander heel.
Tijdens de bisronde worden Intervention en het relatief swingende Wake Up nog afgevuurd. Wij zijn al lang wakker genoeg om te zien dat dit een groep in goeden doen is. Foto’s.

Geen opmerkingen: